Thirsty tales

Glühwein met een historische twist

Geen kerstmarkt, ijsbaan of ski-oord zonder de zoete geuren van Glühwein. Kruidnagel en kaneel, met een frisse zweem van citrusfruit en de ijle lucht van vervliegende alcohol. 

Foto van culinair journalist Romy Kooij

“A merry Christmas, Bob!” said Scrooge, with an earnestness that could not be mistaken, as he clapped him on the back. “A merrier Christmas, Bob, my good fellow, than I have given you, for many a year! I’ll raise your salary, and endeavour to assist your struggling family, and we will discuss your affairs this very afternoon, over a Christmas bowl of smoking bishop, Bob!” – Charles Dickens, A Christmas Carol(1843)

Eigenlijk kan je het als rechtgeaard wijnliefhebber niet maken om van dit zoete aftreksel te houden. Het mag dan wel knus en gezellig zijn, wijntechnisch gesproken is zo’n walmend bekertje ronduit stuitend. Maar dat kan ook anders.

Van alle tijden

Glühwein is dankzij Charles Dickens met zijn Christmas Carol voor altijd verbonden aan de kerst. Bij de eerste kruidige walmen denken we tegenwoordig onmiddelijk aan sneeuw, kerstliedjes en gezellig samenzijn. Maar zoete en gekruide wijn is van alle tijden. In het Romeinse Rijk werd al veelvuldig warme wijn gedronken. De toegevoegde kruiden en de zoetheid zorgden voor een langere houdbaarheid van de meegebrachte wijn. Zo konden de soldaten tijdens de vele veroveringen gewoon blijven drinken. En ook de middeleeuwse literatuur maakt veelvuldig melding van een drank die hypocras wordt genoemd. Een gekruid en zoet brouwsel op basis van wijn. Deze variant werd vaak om medicinale redenen ingezet en werd – in tegenstelling tot de rest – niet warm gedronken.

Scrooge noemde zijn drank natuurlijk geen Glühwein. In het Victoriaanse tijdperk heette dat smoking bishop, waar onze – Sinterklaasgerelateerde – bisschopswijn meer van lijkt te hebben. Tegenwoordig spreken de Engelsen liever over mulled wine. En de Fransen noemen het weer vin chaud. Dat bij ons Glühwein gebruikelijk is geworden, komt gewoon door de overdaad aan kerstmarkten van onze oosterburen. En het bekt ook wat lekkerder dan gloeiwijn.

Aandacht en respect

Met het oog op zijn lange historie verdient de Glühwein toch wat meer aandacht en respect. Laten we daarom aan de basis beginnen. In die kant-en-klare flessen zit meestal slechte wijn in een smaakverhullend jasje. En daar is de prijs dan ook naar. Vieze wijn wordt echt niet opeens lekker omdat ’ie warm en zoet is. Door het simpelweg zelf te maken krijg je opeens een verrassend lekkere en hartverwarmende drank. Een eindresultaat is immers zo goed als zijn gebruikte ingrediënten. En al die zwoele gezelligheidsgeuren krijg je er zomaar bij!

De basis voor een goede Glühwein is een smakelijke rode wijn. Eentje die je anders ook had kunnen kiezen. Kies voor biologisch fruit, je gebruikt tenslotte de schillen in de wijn. Gebruik niet té veel zoet; die toevoeging was vroeger voornamelijk voor de houdbaarheid. En vooral heel belangrijk: kook de wijn niet, maar verwarm hem alleen. Anders is alle alcohol al vervlogen voordat de eerste slok is genomen.

Snack

Ook bij deze wijn mag een passende snack natuurlijk niet ontbreken. Eentje die mooi aansluit bij de karakteristieke smaken. Op de Duitse kerstmarkt zijn dat traditioneel de Reibekuchen. Een soort pannenkoekje van geraspte aardappel. Smakelijk, crispy en in een handomdraai gemaakt. Bovendien heel erg lekker bij de kruidigheid van de wijn. Deze combinatie zou trouwens helemaal niet misstaan als aanloop naar je kerstdiner.

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox