5x welk glas bij welk bier
Bij speciaalbier in een goed café krijg je meestal zo’n prachtig bijpassend glas. Maar waar is dat glas eigenlijk goed voor? Is een pils echt een stuk lekkerder uit een pilsglas? En hoort een abdijbier echt in dat grote bokaalglas? Biersommeliers Pepijn van der Waa en Dennis Kort leggen het uit.
Volgens beide sommeliers heeft het bierglas invloed op hoe je het bier drinkt en beleeft. Van pilsglas tot Weizenglas, dit is waarom:
Pilsglas
Pils krijg je in een vaasje (een Amsterdammertje) of een fluitje. “Pils is zuiver bier en heeft geen krachtige geuren, maar is fris en dorstlessend. Het koolzuur uit pils vervliegt ook heel snel. Een pilsglas is een langwerpig dun glas, onderin wat dunner en wat breder bovenin. Het is gemaakt om lekker door te drinken, zo neem je er goede slokken van”, vertelt Van der Waa.
“Pils krijg je ook weleens in een glas met een voetje; voordeel hiervan is dat het bier niet snel opwarmt omdat je het hier vasthoudt”, voegt Kort toe.
Alcoholarme glazen
“Biertjes met een laag alcoholpercentage (denk aan rosé bier, Heineken 0% of Jillz) worden in een zelfde glas geschonken als pils. En het is eigenlijk hetzelfde als bij pils: voor de smaak en geur is het niet heel erg van belang, maar de kleur en helderheid komen het beste uit in dit glas. Door de glasvorm zijn deze biertjes ook lekker doordrinkbaar”, licht Kort toe.
Tulpglas
Dit glas serveren cafés bij een zwaarder blond biertje (zoals Duvel), maar ook bij bockbier. “Dit glas is een goed glas om bier uit te drinken. Het heeft een bolling aan de onderkant en wordt smaller aan de bovenkant. Door de smallere schuimkraag op het bier vervliegt de geur en smaak veel minder snel uit het glas”, vertelt De Waa. “Van een tulpglas heb je ook nog een iets slankere variant. Hier gaan biertjes zoals een IPA in. Hiervoor geldt hetzelfde als bij het wat bollere tulpglas.”
Bokaal/kelkglas
“Bestel je een abdijbier, dan krijg je het bier in een bokaalglas (denk aan een dubbel of een trappist). Dit is eigenlijk geen goed glas om bier uit te drinken; de geur en smaak vervliegen sneller door de grote, uitlopende bovenkant. Het merk kiest voor dit glas omdat er een christelijke achtergrond aan abdijbier zit. Vroeger dronken ze druivenwijn uit een bokaal, en nu een abdijbier. Dit past natuurlijk heel goed bij zo’n merk”, vertelt Van der Waa. “Er zit wel een voordeel aan: door het grote glas drink je het bier een stuk rustiger, wat fijn is bij zo’n zwaar biertje.”
Weizenglas
Duitse bieren zoals de Paulaner of Erdinger gaan in grote halve-liter-glazen. Volgens Van der Waa hebben deze halve-liter-glazen te maken met het karakter van het bier: “Het drinkt lekker weg. Het bier heeft geen royale schuimkraag, maar door de smalle bovenkant valt die wel op.”
Volgens beide sommeliers zijn de meeste bierglazen eigenlijk meer een marketingtool. Van der Waa licht het toe: “Denk bijvoorbeeld aan de Kwak-glazen (waar je een houten houder bij krijgt). Hartstikke mooi, maar het doet niet per se iets voor het bier. Je herkent het bier natuurlijk wel aan de glazen. Een merk wil graag een speciaal glas bij hun bier serveren zodat het herkenbaar is.”
Wat is dan het beste glas om bier uit te drinken? Beide biersommeliers zijn het erover eens dat het beste bierglas eigenlijk een groot wijnglas is met een grote bolling en een smalle bovenkant. Maakt niet uit welk biertje, je proeft en ruikt het meest met zo’n glas. Die wijnglazen in je kast kun je dus prima gebruiken.
