In de rij voor ramen
Het zachtgekookte ei is FavorFlav’s Emma haar favoriete topping in de ramen. Voor deze versie stond ze heel lang in de rij in het bergachtige Takayama in Japan.
“Als er een rij staat dan zal het wel goed zijn”, is precies wat ik dacht toen ik een heleboel Japanners zag, die zich voor een restaurant hadden verzameld. Geen Engels naambord en geen idee wat ze in het restaurant verkochten, maar de lengte van de rij voorspelde veel goeds. In de rij werd mijn bestelling opgenomen, ik had de keuze uit normaal of groot, oh en of ik er een ei op wilde.
Na een uur stilstaan in herfstig Takayama had ik het vrij koud, maar bij binnenkomst kreeg ik gelukkig precies waar ik zin in had. Een dampend bord ramen met varksensvlees, verse bamboe, flink veel zwarte peper en een perfect gekookt ei.
Varken, varken en nog eens varken
Wat maakt ramen nou anders dan bijvoorbeeld een Vietnamese pho, of Indonesische soto ayam? Ten eerste de bouillon, deze wordt meestal gemaakt van een combinatie van varkens- en kippenbotten. De vier basis soorten ramen zijn shio (zout), miso, shoyu (sojasaus) en tonkotsu (varken, varken en nog eens varken), allemaal gevuld met dunne eiernoedels. Maar er bestaan honderden versies, die allemaal net weer iets anders doen. Wel is bijna elke bak ramen die je bestelt afgetopt met een goede plak chashu varkensvlees, nori, bosui en – mijn favoriet – een gemarineerd, zachtgekookt ei.
Culinaire held David Chang zette in zijn New Yorkse restaurant Momofuku ramen op de kaart en binnen no time was de hele wereld in de ban van dit ultieme comfort food. En dat is fijn, want voor iedereen die geen zin heeft om drie dagen in de keuken de staan om bouillon te trekken zijn er nu genoeg ramen restaurants. In Nederland eet je goede ramen bij Fou Fow ramen en Ramen-Ya, beide in Amsterdam en bij Set Noodles & Hotpot in Rotterdam.
Tekst: Emma de Thouars
Beeld: Emma de Thouars