Food stories

Geurterreur in de gastronomie: een pleidooi voor parfumvrije horeca

Loekie verheugde zich enorm op haar etentje in een sterrenzaak. Tien jaar getrouwd, maanden gespaard. Dit zou een avond worden om nooit te vergeten. Dat werd het ook. Maar niet om de reden die zij voor ogen had. Met dank aan Madame Chanel No. 5000… Daarom een pleidooi voor parfumvrije horeca.

Foto van culinair journalist Sharon van Lokhorst

‘Tien jaar getrouwd. Tien jaar lang mijn man verdragen en hij mij – dat moest gevierd worden. Dus ik had gespaard, maandenlang. Geen borrels na het werk, geen Thuisbezorgd, geen online shopping op een moment van zwakte – nee, al mijn geld ging in het ‘once-in-a-lifetime-diner’-potje. We hadden er zo’n zin in!

Smaakpapillen op scherp

Eindelijk was het zover. Daar zaten we dan. In dé sterrenzaak van mijn dromen, de tempel van de gastronomie, waar de boter handgeklopt wordt door nonnen in de Pyreneeën en het vlees massagetherapie krijgt voor het wordt geserveerd. Ik had de kaart al weken bestudeerd. Mijn smaakpapillen stonden op scherp. Dit zou een avond worden om nooit te vergeten.

Dat werd het ook. Maar niet om de reden die ik voor ogen had.

Madame Chanel No. 5000

Want nog voordat de amuse op tafel stond, gebeurde het. Een géur. Nee, zeg maar gerust een aanval. Een parfumwolk van heb-ik-jou-daar. De tafel naast ons was net gaan zitten en een dame – laten we haar Madame Chanel No. 5000 noemen – had zichzelf kennelijk van top tot teen geïmpregneerd met een geur die het midden hield tussen een ouderwetse poederdoos en een agressieve lavendelbom.

Mijn eetlust, die tot vijf minuten geleden nog stond te stuiteren van enthousiasme, kromp ineen. Mijn neus probeerde te ontsnappen. Mijn maag, tot dan toe een trouwe bondgenoot, begon lichte rebellie te tonen. Ik keek naar mijn man die net een slok wijn wilde nemen. Hij rook niets. Althans, niets aan de wijn die we – ‘laten we eens gek doen, we zijn hier nu toch!’ – per glas hadden besteld. We roken alleen nog maar die parfum. In onze amuse, in onze truffelrisotto, in onze licht gegrilde Wagyu die meer had gekost dan onze eerste weekendje weg samen.

En daar zat ik dan. In een Michelin-tempel, met de geur van wat voelde als een parfumfabrieksexplosie die mijn reukzin had gegijzeld. Ik probeerde door te ademen. Ik probeerde het te negeren. Maar na anderhalf uur wist ik: of ik ga nú naar buiten voor frisse lucht, of ik eindig als een gastronomisch drama in de Michelin-gids: “Lovende recensie, maar mevrouw op tafel zes ging kokhalzend ten onder.”

Eetlust terug

Dus ik stond op, wankelde naar buiten, hapte lucht alsof ik zojuist de Mount Everest had beklommen zonder zuurstof, en probeerde mijn waardigheid te herpakken. Gelukkig had het personeel mijn lijkbleke gezicht opgemerkt en nadat ik had verteld wat er aan de hand was, nee er was niets mis met het eten, werden we discreet naar een ander tafeltje verplaatst. Een geurvrije zone. Een oase van neutraliteit. Mijn eetlust kwam langzaam terug, maar de ervaring was verpest.

Parfumvrije horeca

En daarom, dames en heren, een dringend verzoek. We hebben inmiddels rookvrije horeca – en terecht! Maar wanneer nemen we de volgende stap? Wanneer zeggen we: “Hé, fantastisch dat je een parfum draagt dat ruikt als een lavendelveld on steroids, maar misschien is een sterrenrestaurant niet de plek om dat te testen?”

Geef ons een parfumvrije horeca! Laat ons genieten van de geur van versgebakken brood, gesmolten boter, een perfecte entrecote. Niet van Madame’s Chanel-incident. Ik bedoel, ik ga toch ook niet met een bus knoflookspray naar een operavoorstelling?

Dus, restauranthouders van Nederland, overweeg dit alstublieft. Mijn neus, mijn maag en mijn trouwdag zullen u dankbaar zijn.’

Lees ook:

Loekie’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie. Wil je ook (anoniem!) een persoonlijk verhaal kwijt? Je kunt ons mailen op info@favorflav.com

 

Geen foodnews Missen?