Tips & tricks

How to: gedroogde bonen koken, maar dan echt lekker

Jij braaf een zak gedroogde peulvruchten in huis gehaald (heel goed, ééntje!), bedenk je opeens dat je dat eigenlijk nog nooit hebt gemaakt… Moest je ze nou weken? Of toch niet? FavorFlav to the rescue! Hier vertellen wij je welke bonen wel, en welke bonen níet gebaat zijn bij een nacht in een badje.

 

Foto van culinair journalist Delilah Warcup - van Eyck

Zeker, bonen uit blik of pot werken prima, maar nu je tóch dagenlang thuis zit en tijd hebt voor dingen als tegelvoegen, onkruid wieden en gedroogde bonen koken is het leuk om je te laten verrassen door het verschil in smaak en textuur tussen de fabrieks- en de thuisversie van gekookte peulvruchtjes. We noemen ze nu voor het gemak allemaal even bonen.

Verschil moet er zijn

Het moeilijke is, dat om met zekerheid vast te stellen of je je peulvruchten zou moeten weken of niet, je eigenlijk zou moeten weten hoe oud ze zijn. Hoe lang ze dus al gedroogd in de verpakking zitten, en ook de kwaliteit. Dat is eigenlijk niet te doen. Dus kan je beter deze korter-door-de-bocht methode hanteren: met gedroogde peulvruchten met een dun vliesje, als zwarte bonen, linzen, en zwarte oogbonen kun je direct aan de slag. Ze worden papperig als je ze weekt. Die met een dikkere schil zoals kidneybonen, limabonen en kikkererwten laat je beter een nachtje in water staan alvorens ze te koken.

Gelijkwaardig boontje

Dat zorgt er meteen voor dat alle bonen in een pak vanaf een gelijk(er) punt starten. Hoewel lang houdbaar, drogen bonen nog verder uit wanneer ze daar maar op de plank liggen. Sommigen doen dat harder dan anderen of waren al ouder toen ze verpakt werden. Door ze te weken kunnen de velletjes en binnenkant rehydrateren en zullen ze gelijkmatiger garen.

Snelle jongen

Okay, een blik opentrekken is zeker sneller. Maar zelf weken en koken geeft echt een rijkere, aardse smaak en zwarte bonen, linzen en zwarte oogbonen kunnen dus meteen in de pan. Linzen wil je bijvoorbeeld voor linzensoep best ‘stuk’ koken, maar zwarte bonen zijn lekker als ze nog niet papperig zijn, in bijvoorbeeld een Mexicaanse bowl met gekruide rijst, avocado, koriander, tomaatjes en hotsauce.

Zo kook je lekkere gedroogde bonen

Op de verpakking staan meestal wel instructies, maar dit zijn de stappen die wij hanteren voor de lekkerste bonen:

  • Doe de gedroogde bonen in een platte schaal of diep bord en haal degenen die verkleurd, gebroken of verschrompeld zijn eruit.
  • Spoel ze in een zeef of vergiet onder koud stromend water.
  • Doe ze in een pan en vul ruim met water.
  • Ze zwellen op dus laat ze een flink eind onder water staan; zodat ze indien twee keer zo groot nog steeds onder water staan.
  • Roer een theelepel zout door het water – het water moet niet zo zout zijn als pastawater (dat zo zout als de zee mag smaken), maar wel zo zout dat je het nog zou kunnen proeven zonder uit te willen spugen.
  • Laat de bonen minstens 4 tot 8 uur op kamertemperatuur staan.
  • Mocht je ze langer laten staan dan 8 uur, zet ze dan in de ijskast zodat er geen fermentatieproces start.
  • Laat ze niet langer dan 24 uur staan.
  • Giet ze af en begin meteen met ze te koken.
  • Doe ze in een pan en voeg koud water toe, zo’n 10 cm bovenop de bonen.
  • Voeg zout toe, wederom zoveel dat het prettig op smaak is, en voeg dan smaakmakers toe.
  • Dit is heel belangrijk! Dit gaat je bonen namelijk echt van ‘mwah, okay’ naar ‘oeh, lekker’ tillen.
  • Denk aan bouillon-achtige dingen als een gepelde ui in 2 helften, grove stukken wortel, prei, geplette knoflooktenen, en wat stevige kruiden als rozemarijn en laurierblad.
  • Die knoflooktenen en kruiden kan je in een stukje kaasdoek binden (de rest vis je er later uit) want je bent nu toch al bijna Martha Stewart-level bezig.
  • Breng het water aan de kook en zet dan laag tot het lichtjes pruttelt. Als je ze te hard kookt, bonken de bonen elkaar stuk in de pan dus kalmpjes aan.
  • Schep af en toe het schuim eraf met een schuimspaan en blijf, vanaf de aangeraden kooktijd, af en toe een boontje proeven tot ze zacht zijn.
  • Vul water bij indien nodig.
  • Haal van het vuur als je meerdere boontjes hebt geproefd en ze allemaal even gaar zijn.
  • Laat afkoelen in hun vocht maar doe eerst nog wat koud water in de pan om doorgaren te stoppen.
  • Giet dan af (als je ze vrij snel gaat gebruiken).
  • Je kan ze zo’n 4 dagen in de ijskast bewaren, of in een bakje invriezen in hun kookvocht.

Lees ook:

 

 

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox