We moeten het even hebben over de ontzettende meur van het mondkapje
Adeline houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Sunday Roast deelt ze haar verwonderingen. Deze week over de meur en het mondkapje.
Het mondkapje is een dankbaar gespreksonderwerp. Te beginnen met hoe je het betitelt, wat uiteen kan lopen van masker tot kapje en lapje. Daarnaast heb je team wegwerp (waste maar hygiënisch) en team herbruikbaar (duurzaam maar vies als je niet aan kookwas doet).
Naast dat steeds op, weer af en tussendoor naar adem happend bovenkomen, kan een mondkapje soms best handig zijn. Zo maskeert het een onopgemaakt gezicht, kun je jezelf lekker incognito door winkels bewegen en ziet geen mens het als er iets tussen je tanden zit. Maar dan de meur en de geur mensen, dat overstijgt alles.
Genadeklap in knoflook
Je moet weten dat ik een voorliefde heb voor alles waarin mogelijkerwijs knoflook verwerkt zou kunnen zitten. Een ferme tzatziki die zo’n fifty fifty in knoflook en yoghurt doet of een aubergine die zij aan zij geprutteld heeft met de befaamde tenen. Zo kan het (mij) gebeuren dat je nietsvermoedend bergen knoflook tot je neemt en er even niet bij stilstaat dat je daarna voor langere tijd met een mondkapje op de neus moet doorbrengen. Vermoedelijk verplicht, want niemand wil dat vrijwillig.
De meur mensen, de meur, het is onbeschrijflijk. Alsof je door je eigen adem neergeknuppeld wordt. Een soort genadeklap in knoflook, die via je mond je neus in wordt gebeukt om tot een geur-meur-explosie in je hoofd te komen.
De boer der boeren
Ik heb ook het gevoel dat er zich een aan ramp grenzende situatie in dat kapje voltrekt, waarna de ramp ontsnapt, wat helemaal hachelijk is. Het sijpelt. Waardoor je denkt dat er bij iedere uitademing een ferme knoflookstroom ontstaat, die je via de openstaande zijkanten van het mondkapje naar de persoon achter je briest.
En dan heb ik het nog niet eens over de menselijke oprisping, die ruikt en voelt in een mondkapje als de boer der boeren met een knoflookuitstoot van heb-ik-jou-daar. Het is trouwens ook een kunst om niet stiekem buiten bewustzijn te raken als je gevoelsmatig een vol uur je eigen knoflookadem aan het hergebruiken bent. Gat-ver-dam-me. De meur.
In tranen
Op den duur kom je op het punt dat je die meur kwijt moet en dus uit wanhoop maar een kauwgompje neemt. Wie ooit kauwgom deed in combinatie met een mondkapje-lapje-masker weet dat dit de grande blamage is. Bij het eerste kauwen adem je opgelucht de menthol stevig de longen in, om het vervolgens je mondkapje in te briesen.
En ineens blijk je niet alleen twee ferme luchtstromen aan weerszijden te produceren, maar ook aan de bovenkant van het kapje lekkage te hebben, waarna het voelt alsof de menthol in je ogen gespuugd wordt. Door jezelf. In the end blijkt de menthol de meur toch niet te kunnen maskeren, waarna het zich vermengd en je in tranen eindigt door je eigen adem.
Lees ook: