Love & peace & culinaire vrijheid
Lotje Deelman was redactiechef van ELLE Eten, werkt al bijna 15 jaar voor de Allerhande en werkte achter de schermen aan televisieprogramma’s als MasterChef, de Worsten van Babel On Tour en De Nieuwe Lekkerbek. Ze at varkenspoot met Anthony Bourdain en flirtte met Gordon Ramsay in zijn Aston Martin. Lotje is (co-)auteur van meer dan tien kookboeken en is in haar keuken op het Drentse platteland nooit te beroerd om iets in de fik te steken. Op FavorFlav ventileert Lotje wekelijks wat haar bezighoudt. Met deze keer: culinair fundamentalisme.
Het is nou eenmaal hartstikke moeilijk, om als je een mening hebt, hem voor je te houden. En het voelt gewoon lekker om geen zijwegen in te slaan en gewoon rechtdoor te lopen, geen eindeloze grijstonen en nuances te onderzoeken, en geen luisterend oor te hoeven bieden aan een andersdenkende. Lekker, en simpel. Daarom snap ik ze ook wel. Fundamentalisten. Culinaire fundamentalisten bedoel ik. Ik was er zelf ook eentje.
Romeinen enzo
De eerste keer dat er een op mijn weg kwam, een culinair fundamentalist bedoel ik dus, was een jaar of twintig geleden. Een (nog steeds) best bekende Amsterdamse Italiaan bedreigde mij telefonisch nog net niet met de dood omdat ik een recept van saltimbocca van kip in een tijdschrift had gepubliceerd. Kip (“Kiep”)! In de saltimbocca!
Ik was onder de indruk. Die Italianen hadden niet voor niks eeuwen gedaan over het beste recept voor parmigiana en saltimbocca. Romeinen enzo nog niet eens meegerekend. Wie was ik om daaraan te tornen?
Ruzie
Sindsdien heb ik generaties obers de les gelezen over de correcte wijze van verwijderen van het lood van een fles wijn. Ruzie gemaakt met televisiechefs over de juiste bereidingswijze van salpicon en bechamelsaus. Nog net geen ingezonden brieven gestuurd over het verschil tussen pepernoten en kruidnoten, dat maar niemand schijnt te begrijpen.
Ik heb nog nooit een pizza besteld met een niet Italiaans product erop (shoarmavlees? ananas? brie?) en ik lees mijn arme moeder als ik bij haar eet de les over het maken van aardappelpuree met een mixer in plaats van met een pureeknijper. Altijd. Jaar in, jaar uit.
Niet lang geleden kwam ik in een Drentse supermarkt een heel enge meester met zijn groep 3 of 4 tegen. ‘Wie weet waarom je dit nóóit mee naar school mag nemen?’ vroeg hij, dreigend een kant-en-klare smoothie omhooghoudend, net buiten het bereik van die kleine in mijn ogen helemaal niet te dikke kindervingertjes. Omdat ik echt geen idee had, wachtte ik buiten beeld op het antwoord. ‘Precies! Hier zit hééél veel suiker in!’
Een dag later liet ik een eigenwijze maar talentvolle junior culinair redacteur verbaal alle hoeken van de keuken zien omdat ze een kippenbouillonblokje in de fish pie had gedaan. Een bouillonblokje! Van kip (“Kip!”)! In de fish pie!
Sorry mam
Dat was denk ik het keerpunt. Daarna schaamde ik me een beetje. Het voelde eigenlijk helemaal niet meer zo goed om gelijk te hebben. Gelijk leek opeens niet meer zo interessant. Culinair gezien dan hè.
Dus ik probeer te dimmen. En voorzichtig de boodschap een beetje uit te dragen, eerst in kleine kring. Sorry mam. Lekker lieverd, die gesnipperde ui door de guacamole… Steeds een stapje verder, is mijn plan. Ik bijt op mijn tong bij een cappuccino van rivierkreeftjes. Ik keer mijn andere wang toe bij een vegan omelet. Room door de carbonara. Kip door de Caesar salad. Fuck it, waarom niet? Ik kom er wel… Toch?