Hoe maak je nou écht goede couscous?
Ik voel me altijd een beetje schuldig als ik couscous maak op de snelle supermarktmanier. Gewoon, omdat ik weet dat het met meer tijd en aandacht zoveel lekkerder zou zijn. Tegelijkertijd: op een dinsdagavond heb ik gewoon geen zin en tijd om uren te staan stomen en wrijven. Gelukkig is er ook een middenweg.
In het tv-programma Keuringsdienst van Waarde waren ze er snel over uit: couscous die op de traditionele manier wordt gemaakt – rollen, stomen, rollen, stomen en nog meer rollen, stomen (zo dus) – is stukken lekkerder dan couscous die op de snelle manier – water erover, wellen, klaar – is gemaakt.
Wellen is kwellen, vindt ook Nadia Zerouali, co-auteur van het geweldige kookboek Souq, tafels vol mezze. Couscous moet je stómen! Hier lees en zie je waarom dat volgens Nadia het allerbeste is.
Middenweg
Tja, moet je dan toch maar wat vaker vooruit plannen en in het weekend een grote bulk ‘échte’ couscous maken? Kan. Maar het hoeft niet. Claudia Roden, `culinair antropologe’ en expert in de Arabische keuken, heeft namelijk dé oplossing. Een manier van couscous bereiden die géén uren duurt, maar wél echt goed is.
Zonder gêne
Oke, in haar boek De keuken van het Midden-Oosten doet ze het nog wel op de traditionele manier. Maar in De Joodse keuken bekent ze: “Ik maak couscous zonder enige gêne op de makkelijkste manier.” Dat wil zeggen: iets meer water dan couscous, laten wellen, als het water is opgenomen wat olie erbij, de couscous loswrijven en opwarmen. “Voor een grote groep personen verwarm ik de couscous in de oven, in dezelfde aardewerken schaal als waarin ik de couscous serveer. Niets is eenvoudiger.” En als Claudia Roden het zegt, dan is het zo.
Lees ook:
- Bulgur, freekeh, of couscous: wat zijn de verschillen?
- Mediterrane kipstoofschotel met couscous
- Voorraadkast vullen #2: Marokko