Food

Aan Boeddha’s tafel

Voor wie culinair wil meepraten, is de Netflix-serie Chef’s Table verplichte kost. De docureeks over belangrijke chefs van de wereld zit in z’n derde seizoen en laat nu, na en naast alle Michelin-geweld, ook andere geluiden horen. Hoogtepunt: de chef die geen chef is – de Zuid-Koreaanse boeddhistische non Jeong Kwan.

Foto van culinair journalist Marjan Ippel

Je kunt niet bij haar reserveren. Ze heeft geen Michelinsterren en staat ook niet op de San Pellegrino top 50-lijst. Ze kookt meestal voor maar twee anderen en op festivals voor dorpsbewoners.

Tempelfood

Jeong Kwan is een boeddhistische non in een klooster ergens in de bergen ten zuiden van Seoul. Ze kookt tempelfood, gerechten die kloosterbewoners in heel Korea al duizenden jaren eten. Zo no-waste mogelijk, strikt vegan, duurzaam en alles wat wij nu ook belangrijk vinden. Maar dan al altijd en zonder daar dik over te doen.

De natuur is Kwans vanzelfsprekende leidraad, ook in haar moestuin die naadloos overgaat in de bush. En waarvan zowel zijzelf als zwijnen, insecten en andere bergbewoners leven.

Koken is een liefdevolle daad, georkestreerd door de natuur.

Jeong Kwan leeft, kookt en eet in totale vreedzame co-existentie met die natuur, met boeddha en haar eten. Ze laat zich erdoor leiden in plaats van het te onderwerpen aan haar wil of koksvisie. Koken is voor haar een vredige liefdevolle daad, georkestreerd door de natuur zelf. De ultieme uiting van boeddhisme: delen, zonder ego, enkel vanuit een gevoel van community, liefde, zorg.

Meditatie

Koken is voor Jeong Kwan meditatie. Door eten brengt ze het boeddhisme in de praktijk, zelfs al is dat meestal maar voor twee andere nonnen. En ooit voor Michelinchef en boeddhist Erc Ripert van Le Bernardin in New York die haar op het spoor kwam.

Met tijd en aandacht als belangrijke ingrediënten maakt ze kimchi en sojasauzen die jaren onder de grond of in aardewerken potten rijpen. Rustig en weloverwogen als ze normaal is, gaan haar ogen glanzen wanneer ze over sojasaus begint. Voor haar een heilig ingrediënt, waarzonder koken en eten onmogelijk is.

Kwans ogen gaan glanzen als ze over sojasaus begint.

De zestigjarige Jeong Kwan is een verademing tussen alle, op zich heel interessante, maar voornamelijk mannelijke, kookego’s die normaal de Pellegrino-lijst en deze serie bevolken. Ego’s die hun strijd hebben moeten leveren, of nog steeds voeren tegen onbegrip van hun omgeving, familie, keukenpersoneel, gasten en critici voor hun creativiteit. Koks die ingrediënten gebruiken als schildersmaterialen in dienst van hun Chefsvisie.

Netflix

Is het format van de Netflix-serie waaraan de chefs zich dienen te onderwerpen nogal knellend, op Jeong Kwan heeft het geen vat. Een format waarin tegen dreigende achtergronden en dito klanken life-changing experiences met veel drama en tranen worden opgedist, om te onderstrepen hoe de chef met grote strijd en tegenwerking daar is gekomen waar hij nu is.

De boeddhist die volgens eigen zeggen nul procent ego bezit en daardoor volledig vrij is, lukt het om haar integriteit te bewaren en het programma liefdevol naar haar hand te zetten, in plaats van andersom.

Goddelijk

En dat met zulke goddelijk gerechten als resultaat dat je je als kijker onmiddellijk wilt aansluiten bij haar klooster om de rest van je leven alleen nog maar sojasaus en kimchi te maken. En niet te vergeten de elegante lotusbloemthee.

Chef’s Table, seizoen III, Netflix.


Beeld: Stills uit Chef’s Table.

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox