Thirsty tales

Vinho verde: je nieuwe favoriete terraswijn

In mijn studententijd had ik een vriendin die steevast vinho verde dronk. In het park, op het terras, bij etentjes en feestjes. Tja, waar niet eigenlijk? Ik vond het een prima wijntje, maar hou toch van iets meer variatie. De vriendschap verwaterde en zo verdween deze frisse, lichte wijn ook uit mijn leven. Tot ik ‘m laatst herontdekte en ging herwaarderen.

Foto van culinair journalist Steffi Posthumus

Dit is namelijk een heel fijne terraswijn: fris, heel licht bruisend én minder alcoholisch, dus je staat niet meteen op je kop na een paar glazen in de lentezon. Ook weleens fijn. Wie een beetje talig is, zal al hebben herleid dat vinho verde ‘groene wijn’ betekent in het Portugees. Die naam heeft niets met de kleur van de wijn te maken, maar met de jonge druiven waarvan hij wordt gemaakt. Hoofdzakelijk van de witte druivenrassen Loureiro, Alvarinho, Arinto en Trajadura.

Waar wordt het gemaakt?

De wijn wordt uitsluitend in Portugal geproduceerd. In het gebied tussen de Douro en de Minho, in het noordwesten van het land. Officieel is de regio in zes subregio’s opgedeeld. Ieder verschillen ze net iets van smaak en alcoholpercentage. Zo bevatten de vinho verdes in het noorden (gemaakt van de alvarinho-druif) net iets meer alcohol (13%), zijn die uit het zuiden lichter van smaak en die rondom de stad Baião juist wat voller door het warmere klimaat.

Hoe smaakt het?

Los van die kleine smaakverschillen heeft vinho verde over het algemeen een lichte, frisse, een beetje citrusachtige smaak. Hier kennen we vooral de witte vinho verdes, maar in Portugal drinken ze ook rode vinho verde. Sterker nog: die zijn bijna niet in Nederland te krijgen omdat de Portugezen die lekker zelf opdrinken. Ook die is vrij hoog in het zuur, een beetje bessig en heeft ook het kenmerkende ‘bubbeltje’.

Wat maakt het onderscheidend?

Dat is ook precies wat de wijn onderscheidend maakt. Vinho verde wordt namelijk net even anders dan anders geproduceerd. Doordat de wijnmakers het verse druivensap laten gisten in open stenen kuipen en de wijn daarna pas in vaten wordt opgeslagen, ondergaat de wijn een tweede gisting waarbij koolzuur vrijkomt. Dat geeft die typische sprankeling.

Waar let je op als ‘m koopt?

Dat is dus ook meteen het onderdeel waar zo nu en dan mee gesjoemeld wordt: om tijd (en dus geld) te winnen wordt de tweede gisting namelijk weleens overgeslagen en gecompenseerd door koolzuurgas toe te voegen. Om er zeker van te zijn dat je een goede vinho verde hebt, is het verstandig om te kijken of er een DOC (een keurmerk) kwaliteitszegel over de kurk heen zit.

Lees ook:

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox