Food stories

Dit aten we in de jaren 60, part one

Sommige mensen laten rebels hun haar groeien om op de Beatles te lijken, anderen proberen die obscene heupbewegingen van Elvis Presley uit voor de spiegel. Maar de meeste mensen houden het in de jaren zestig braaf bij boontjes, aardappelen en een speklapje. Culinaire toppers uit deze tijd: het eerste fabrieksbrood King Corn en karbonade met friet bij de Chinees.

Foto van culinair journalist Sabina Posthumus

Ik ga bij Japie wonen

Een klein jongetje pakt zijn spullen, zijn hond en zijn jas en zegt: ‘Ik ga bij Japie wonen.’ Waarom? Zijn ouders hebben King Corn brood, en dat is zo lekker! King Corn is het allereerste fabrieksbrood in Nederland. Bijzonder: het blijft heel lang zacht en vers. Het is een tijd razend populair, maar verdwijnt ook weer uit de winkel. Veel mensen vinden het niet te eten, zelfs kamerlid Gerda Brautinga zegt dat het fabrieksbrood ‘kraak noch smaak’ heeft. Het bedrijf houdt het erop dat ze hun tijd te ver vooruit waren.

Spaart u mee voor de koelkast?

Veel huishoudens hebben nog geen koelkast in de jaren zestig, maar daar komt verandering in, dankzij Albert Heijns Premie van de Maand Club, een spaarsysteem waar trouwe klanten punten kunnen sparen voor huishoudelijke apparaten. Het eerste bonusartikel is de koelkast. Dat verandert alles: eten kunnen bewaren betekent niet meer elke dag naar de groenteboer, slager en melkboer.

Maak plaats voor de televisie

Steeds meer gezinnen krijgen een televisie in huis. Kunnen we met z’n allen op de bank naar de moord op Kennedy kijken, of naar de maanlanding, gezellig! Maar waar moeten we dat ding zetten? In de meeste huishoudens krijgt hij een ereplaats, de stoelen worden zo neergezet dat je overal de tv goed kunt zien en sommige mensen kopen zelfs een bankstel. Dat betekent dat de eettafel plek moet maken. Eten de meeste mensen nog met elkaar aan tafel, gedekt met een tafelkleed en het eten in schalen, in de loop van de jaren zestig wordt de dagelijkse maaltijd veel minder belangrijk dan de televisieprogramma’s.

Husse husse met je neus ertussen

Wat eten we vanavond? Terwijl in Amerika Julia Child het hele continent verleidt om Frans te gaan koken, en in Frankrijk topchefs als Paul Bocuse en Michel Guérard op het punt staan de hele Franse cuisine opnieuw uit te vinden, eten we in Nederland nog braaf elke avond aardappelen, groente en vlees. Toppertjes van dit tijdperk: de slavink (uitgevonden door een slager in Hilversum), het speklapje en natuurlijk de saucijs. Bon appétit! 

Spaghetti-oproer

De enkele thuiskok die macaroni maakt, serveert het drooggekookt bij de sperzieboon en het hamlapje, als vervanger voor de kruimige pieper. Geen wonder dat Italiaanse gastarbeiders, die vaak in pensions wonen en met de pot mee-eten, gaan protesteren. In Beverwijk, bij de Hoogovens, loopt het protest tegen de Hollandse pot uit op een spaghetti-oproer: Italiaanse mannen die bij de staalfabriek werken pikken het niet langer. In het personeelsblad staat: ‘Deze mensen griezelen evenzeer van boter en aardappelen als velen onzer van olijfolie en knoflook.’

Karbonaadje bij de Chinees

Uit eten dan maar? Onderzoek uit 1961 toont aan: 83 procent van de mensen ging in deze tijd nooit eten buiten de deur. Toch komen er langzamerhand meer restaurants. Chinese restaurants zijn er in grote steden al voor de Tweede Wereldoorlog, maar pas in de jaren zestig gaan hun zaken bloeien. Marga Chong, dochter van de eigenaar van Ling Nam in de Binnenbantammerstraat, herinnert zich: ‘Mensen vroegen: nasi zijn die kleine korreltjes hè, en bami die slierten. Ze kenden onze keuken niet.’ Haar vader houdt rekening met mensen die het allemaal niet lusten en ook niet wilden proeven. Op de eerste menukaart van het restaurant staat, tussen de babi pangang en de loempia’s, ook karbonade met friet en groente, onder het kopje Hollandse gerechten.

Lees ook:

 

Geen foodnews Missen?