Een ode aan de rookworst
Met een duur product of ingewikkelde bereidingswijze pak je iedereen snel in, maar soms is het een simpel, nederig product waar je eigenlijk het meeste zin in hebt. Toch? Daarom vandaag een ode aan dé worst die ons de winter door helpt: de rookworst.
Zodra het kwik begint te dalen, neemt mijn zin in rookworst toe. Dat heerlijke vette, fijngedraaide vlees in een glimmend jasje. Als je hem opensnijdt, druipt het vet eruit, en lekker zout dat het is. Voor de vorm snijd je hem in tweeën of drieën, maar maak geen vergissing: ik zou zo een hele worst in m’n eentje op kunnen. Mmmm.
Stamppot
Sowieso is een stamppot niet compleet zonder rookworst. Dat er mensen zijn die een braadworst bij hun boerenkool eten, heb ik nooit begrepen. Begrijp me niet verkeerd, I love braadworst, maar bij stamppot hoort voor mij een dikke vette rookworst. En spekjes natuurlijk.
HEMA of Unox?
Mocht je met de lunch al zin hebben in een vette worst, dan eet je hem gewoon op een knapperig broodje. Met een goede lik mosterd, mayo of Unox-saus. Qua worst ben ik er niet uit of ik team HEMA of team Unox ben, maar wat betreft het broodje wint Unox het sowieso. Bij de HEMA krijg je namelijk een zacht broodje en die chemische Unox-saus is echt niet te evenaren.
Perfecte borrelhap
En waarom moet je de worst eigenlijk ergens bij eten? De ultieme tip voor je volgende borrel: snijd een rookworst in hapklare stukjes, steek er een cocktailprikker in en serveer er een flinke dosis mosterd bij. Kun jij je je een betere borrelhap bedenken?
Lees ook: