Restaurants

Delivery review: de spare-ribs van ’t Pakhuis

In deze krankzinnige corona-tijd zijn restaurants gesloten, dus gaan we lekker thuis uit eten. Gelukkig komen er veel nieuwe én bijzondere bezorg- en afhaalrestaurants bij. En die gaan we voor je testen. Zo blijven we lekker eten én helpen we de horeca. Vandaag: ’t Pakhuis in Amsterdam.

Foto van culinair journalist Vincent van Dijk

Smullen voor studenten(prijzen)

Voel je thuis met de spare-ribs van ’t Pakhuis, belooft het logo van dit restaurant. In deze bruine bar in de Voetboogstraat eet je een dagschotel, sateetje of nacho’s voor feestelijke studentenprijzen. In deze thuisblijftijden maakt dit restaurant van je woning in handomdraai een studentenhuis door dit goed vullende eten te bezorgen. We krijgen de vraag of we de spare-ribs willen uitproberen. ‘Iedereen die hier heeft gestudeerd, kent Eetcafé ’t Pakhuis,’ schreef de eigenaar. ‘We bestaan namelijk al sinds 1988.’

Spare-ribs?

Ja, spare-ribs! Nog niet eerder in mijn leven heb ik spare-ribs gegeten. Ik was altijd overtuigd dat dit bot was, verkleed als vlees. Maar in gekke tijden mag je gekke dingen doen en na alle fine-dining-maaltijden van de afgelopen weken is het ook wel een keer tijd voor iets anders. Tussen de middag staat de lachende eigenaar van ’t Pakhuis voor de deur, met een flinke doos spare-ribs en een tas met daarin twee blikjes Jack Daniels Ginger, een bakje witte-koolsalade, wat sauzen en natte doekjes. De ribben zijn voorgegaard. ‘Een kwartiertje in de oven, dat is alles,’ zegt de eigenaar. ‘En als je geen oven hebt?’ vraag ik. ‘In de magnetron kan ook,’ zegt hij.

Druipend saus

De box voelt zwaar. Ik besluit naar een vriend te gaan die een oven heeft en bovendien een spare-rib-expert blijkt. Ik haal de spare-ribs uit het plastic en leg ze in een ovenschaal. Ze zien er smakelijker uit dan ik had verwacht. De donkerbruine kleur en de zijdeglans van de saus die van de grote stukken rib afdruipt, zorgen dat ik honger krijg.

‘Hoe eet je dit?’ vraag ik aan de spare-rib-expert, terwijl ik even later voorzichtig met mijn mes en vork het vlees tussen de ribben probeer te verwijderen. ‘Gewoon kluiven,’ zegt de spare-rib-expert en als een holemens zet hij zijn tanden in het bot. ‘Ze zijn goed! Misschien een tikje zoet, maar er zit ook ‘een heetje’ in, en het vlees valt goed van het bot. Dat is het belangrijkste. Het vlees moet goed van het bot vallen.’ Hij praat als een culinair journalist.

Het gaat me steeds beter af om het sappige vlees tussen de botten uit te peuteren. Een saus is eigenlijk overbodig, want de smaak is stevig. Met het blikje whisky, de met krant bedrukte placemat en de koolsla voel ik me even een stoere Amerikaanse trucker. ‘Woo hah!’ roep ik over de tafel, maar hij hoort me niet. Aan de overkant vliegen de stukken bot in het rond. Ook het nagerecht, de home-made triple chocolate smaakt verrassend goed.

Mag ’t Pakhuis vaker voor ons koken?

Zeker. De prijzen van het restaurant zijn sympathiek en we moeten zorgen dat ook toekomstige generaties studenten hier straks kunnen kilo-kluiven. De volgende keer ga ik voor de Macho Nacho met pulled chicken, jalapeño en een lekkere kledder cheddar. Bestellen is eenvoudig: dit kan met een appje en je betaalt vervolgens met een Tikkie. Een kilo kost €17,95.  De triple chocolate cake is 4,95. De gerechten worden koud geleverd. Dit kan ook in de wijde omgeving van Amsterdam.

Lees ook:

 

Geen foodnews Missen?