In 5 stappen naar de perfecte Duitse fles
Duitse wijnen zijn heerlijk, maar niet altijd even makkelijk. Je wilt natuurlijk wel begrijpen wat je koopt. Want hoe weet je nu of je een strelend zoete, of juist een knisperend droge te pakken hebt? Met dit 5-stappenplan grijp je nooit meer verkeerd. Van simpele tafelwijn tot Spitzenwein, vanaf nu is het Duitse wijnetiket voor jou een fluitje van een cent.
1. Tafel, Qualität und Prädikat
In de Duitse wijnwet bestaan drie kwaliteitsniveaus. Deutscher Tafelwein is de eenvoudigste en kan overal in Duitsland worden gemaakt. De middelste categorie is de grootste: Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete, op het etiket afgekort tot QbA. Die Anbaugebiete verwijzen naar de dertien Duitse wijnregio’s, zoals de Moezel of de Rheingau. De eisen voor het maken van QbA zijn strenger dan bij Tafelwein. Dat geeft ze meer karakter. Bovenaan de piramide staan de Prädikatsweine. Dit zijn de betere Qualitätsweine met specifieke eigenschappen per ‘Prädikat’.
2. Predicaten
De Prädikatsweine worden onderverdeeld in verschillende, verplichte categorieën: Kabinett, Spätlese, Auslese, Beerenauslese, Eiswein en Trockenbeerenauslese. De druiven van Kabinett hebben de minste suikers bij de oogst en Trockenbeerenauslese de meeste. Je zou dus denken dat Spätlese altijd zoeter is dan Kabinett. Maar dat hoeft niet. De eerste drie categorieën kunnen zowel droog als zoet smaken. De wijnmaker bepaalt. De laatste drie zijn trouwens wel altijd zoet, maar onderling toch heel verschillend.
3. Van droog naar zoet
Om in de wirwar van aanduidingen toch nog te weten of je zoet of droog te pakken hebt, vermelden sommige wijnboeren smaakaanduidingen op basis van de restsuikers op het etiket. Niet altijd even duidelijk, want de regels verschillen per Anbaugebiet en sommige lijken erg op elkaar. Maar het helpt je toch een eindje op weg. Van droog naar zoet zijn het: trocken, halbtrocken (feinherb), süss (lieblich, fruchtig) en edelsüss. Staat er niets op, dan is het meestal zoet.
4. Classic & Selection
Ook kunnen de begrippen Classic en Selection sinds 2000 op het etiket staan. Omdat Duitse wijn na vele jaren van literpakken Liebfraumilch vooral werd gezien als goedkoop en zoet, zouden deze nieuwe termen gaan helpen bij een betere kwaliteitsherkenning. Classic en Selection zijn altijd droog en hebben hebben een bovengemiddelde kwaliteit. Het druivenras en het Anbaugebiet staat samen met de term op het etiket, dus bijvoorbeeld Rheingau Riesling Classic. Bij Selection gaan de regels net weer even verder dan bij Classic. De Classic slaat wat beter aan dan zijn grote broer.
5. VDP, wijn met de druivenadelaar
Een halsetiket met een adelaar met druiventros is de absolute top. Deze VDP-classificatie met Gutswein, Ortswein, Erste Lage en Grosse Lage is namelijk hét kwaliteitskenmerk voor de beste Duitse wijnen. Het lijkt sterk op het systeem van de Franse Bourgognewijnen. De term Grosse Lage (Grosses Gewächs) is te vergelijken met Grand Cru en de Erste Lage met Premier Cru. In dit Verband Deutscher Prädikatweinguter (VDP) zitten zo’n 200 wijnmakers, die onder strenge, vrijwillig opgelegde kwaliteitsnormen werken. Nog bovenop de normale regels. Het gaat hierbij niet meer over droog of zoet, maar vooral over terroir. Niet de suikers, maar de herkomst is het allerbelangrijkst. Net als bij de Franse toppers dus.
Lees ook:
- Dit zijn de 400 beste wijnen onder de 25 euro
- 5x de beste wijn bij eend
- 5 goedkope vakantiebestemmingen voor foodlovers