Eddie’s eetergernissen: dingen die plakken in een restaurant
Adeline houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Eddie’s eetergernissen lees je dat laatste. Dit keer: over dingen die plakken in een restaurant.
Vanmiddag pakte ik de pepermolen vast bij een restaurant en ik zweer je dat de betreffende molen me bijna niet meer losliet. Het is niet dat er geen signalen waren, want het etiket vertelt je eigenlijk al genoeg. Het logo van de vierseizoenenpeper ribbelde al een beetje en was her en der wat bevlekt. En mensen, dat is gewoon hartstikke góór.
Het vonnis ‘vies’
Ik durf te zeggen dat ik erfelijk belast ben als het op plakkende potjes en tubes aankomt in de horeca. Mijn moeder gruwelde er vroeger al van en ik heb die gruwel overgenomen. Als er een pot peper of zout op tafel stond, dan onderwierp ze het aan een grondige inspectie. Het vonnis ‘vies’ beloofde weinig goeds, want dan moest de keuken zich wel beestachtig uitsloven om dat goed te maken.
Na wat jaren in de horeca weet ik inmiddels dat de keuken hier maar weinig aan kan doen, behalve alle vaatjes van tafel laten halen. Ik zou dat laatste doen.
Glazen poleren en door met de vaatjes
De erfelijke belasting ging zelfs zo ver dat ik in mijn horecatijdperk meerdere keren per week de peper- en zoutvaatjes poetste. Om vier uur ’s middags de kaarsjes alvast aan, de asbakken poetsen met koperpoets (ja ik kom uit dat tijdperk, gat-ver-dam-me vies), de glazen poleren en door met de vaatjes. Op de één of andere manier vond mijn leidinggevende dat zonde van mijn tijd, maar ik zag vooral veel gasten die nu eens níet vastplakten aan de vaatjes op tafel. Een genot om te zien.
Een enkeling prees zelfs de niet plakkende molens, dat was helemaal een feest der herkenning.
Plakkend festijn
Je wil gewoon niet vastplakken aan tafels of vaatjes. Het is vrij simpel. Naast vaatjes zijn de fles van de olijfolie of de honing ook vaak boosdoenders. Zo kreeg ik vorige week honing bij mijn thee. In eerste instantie was daar mijn pure blijdschap, want ik kreeg een fles en ik hou van flessen. Dat betekent namelijk dat je ruim kan nemen.
Tót ik de fles oppakte en eens flink in het siliconen omhulsel kneep. Het was één groot plakkend festijn, van mijn pink tot mijn duim en meteen ook door naar de handpalm. Góór vind ik dat, góór. Natuurlijk weet ik dat honing plakt, maar daar hoef ik toch niet door de buitenkant van een verpakking aan herinnert te worden? Dat is toch zo’n beetje de bedoeling en het nut van die hele verpakking.
Zo, en nu kan je nooit meer een peper- of zoutmolen vastpakken zonder te checken of de etensresten van je voorganger er nog aanhangen. You’re welcome.
Lees ook:
- Waarom sommige mensen geen gebruik zouden mogen maken van een zelfscankassa
- Als je ober een bukker blijkt te zijn
- Het goorste eettafereel in een restaurant óóit