Eddie’s eetergernissen: van die mensen die niks lusten
Adeline (roepnaam: Eddie) houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Eddie’s eetergernissen lees je dat laatste. Dit keer: uitgaan met van die types die niks lusten.
Stel je voor. De grootste chef van Athene vliegt in om acht (!) fabelachtige gerechten voor je te koken. Uit de keuken komen de meest verrukkelijke geuren en hij staat zoals het een Griek betaamt lekker heethoofdig te tetteren tegen het team. Tot zover een avond zoals ik ze graag heb.
Op je bord verschijnen gerechten waar je zelfs een beetje kortademig van raakt. Een tagliatelle van koolrabi in een retsinasaus, tartaar van tonijn met mastiha-tranen, schuim van truffel en bergamot. Ik word er weer week van als ik eraan denk.
En als klap op de vuurpijl: lust je tafelgenoot niks. Maar echt níks. Nondedju, wat een fiasco.
Rillen van walging
Ik was heus gewaarschuwd, dat wel. Een vriend nam zijn verse vriendin mee die, zoals hij zei, nogal kieskeurig was in eten. Maar dan heb je zo’n chef, de beste tafel van het restaurant en denk je toch dat het allemaal wel mee zal vallen. Hoe erg kan het zijn? De chef-kok wist zelfs gerechten die normaal mijn smaak niet zijn fabuleus te rammen. Zó goed was hij.
Maar terwijl ik bijna van mijn stoel gleed van genot zat tegenover mij iemand die letterlijk eerst even likte aan een oester. Om te checken of het haar smaak wel was. Vervolgens werd de neus hoog opgetrokken, vertrok de mond tot een indrukwekkende grimas en rilde ze van walging. Ik zweer dat ik haar schouders zelfs even zag schokken.
In de gloria
Mijn eerste vraag is dan: waarom ben je hier? Mijn tweede: waarom doe je jezelf dit aan? En tot slot: waarom moet ik hiernaar kijken? Het lullige is dat mijn eten er gewoon net ietsje minder door smaakte. Nu denk je misschien dat dit overdreven is, maar zien genieten doet genieten. Het is zelfs bewezen. Als iemand dus net zo in de gloria is over het eten als jij, dan wordt het alleen nog maar lekkerder. Zit iemand te rillen van het likken aan een oester, dan beneemt jou dat net wat meer het plezier.
Elf gangen
Nu moet ik wel zeggen dat haar walging één enorm voordeel had, want alles wat niet door de ballotage kwam werd eerlijk verdeeld over de tafel. Zo gebeurde het dat ik geen acht gangen at, maar zeker elf. Iets waar mijn spijkerbroek tot op de dag van vandaag niet gelukkig mee is, maar ik mooi wel.
Lees ook:
- Als je gruwelt van stukjes in je eten
- Waarom sommige mensen geen gebruik zouden mogen maken van een zelfscankassa
- Het goorste eettafereel in een restaurant óóit