Opinionated

“IEHL, GATVURRRR”: de dingen die we als kind ab-so-luut niet lustten

Het lust niet monster. Op de paklijst voor mijn schoolreisje stond steevast dat ‘ie “thuis moest blijven”. Nou, reken maar dat die thuis aanwezig was. Bij welk kind niet? Fliebels, stukjes, groenten: kinderen vinden al snel iets mis met hun eten. Te pittig, te gekruid, te veel, te gezond. Hoewel we het ons nu niet meer voor kunnen stellen waren ook wij vroeger zo. Dit waren onze absolute no-go’s:

Foto van culinair journalist Steffi Posthumus

Wieke: “Mijn moeders lasagne want ze maakte hem zonder bechamelsaus en op mijn 25e (ik ben nu 30) kwam ik erachter dat lasagne bechamelsaus hoort te hebben. Sterker nog, dat dat het enige is wat een lasagne enigszins lekker maakt. Tot op de dag van vandaag heb ik niet vaker dan 10 keer een lasagne gegeten. Wat voor mijn ouders weer ontzettend onhandig was, want diezelfde lasagne was m’n broers lievelingseten. 90% van onze ruzies thuis gingen over lasagne. Ik haat nu lasagne. Nog steeds.”

Sharon: “Iets waarvoor ik me nu echt doodschaam: we gingen nogal vaak uit eten en dan bestelde ik altijd en overal kip met patat en appelmoes. Het is goedbeschouwd een wonder dat het allemaal goed gekomen is met me – op eetgebied. Die voorliefde voor patat (of friet, het is me om het even) is overigens altijd gebleven, maar dan alleen op plekken waar het totaal legitiem is om het te bestellen (De Friethoes! Par Hassard! De snackbar!). Nu ik er over nadenk: mijn twaalfjarige zoon heeft nog nooit appelmoes gegeten! Die eet wel al sushi sinds ie tandjes heeft, wat misschien weer het andere uiterste is…”

Steffi: “Bonen. In welke vorm dan ook. Bruin, wit, kidney, soja of borlotti: ze gingen er bij mij niet in. Niet om de smaak, die vond ik nog best wel prima. Maar die structuur! Dat strakke, knapperig velletje, dat bij het doorbijten werd gevolgd door een melige explosie. Brrr. Horror vond ik het. Het moment dat ik bij een vriendinnetje ging eten en haar vader een grote pan chili con carne op tafel zette, was voor mij dan ook genoeg reden om te roepen dat ik vegetariër was. Gevolg: ik kreeg een bordje zonder vlees. Enkel bonen. Ik heb me er met tranen in mijn ogen doorheen geworsteld. Om vervolgens nooit meer bij dat vriendinnetje te blijven eten.”

Adeline: “Doperwten. Gat-ver-dam-me. Het was onderhandeling op topniveau met mijn moeder hoeveel erwten ik moest eten. Zij zette er 8 in, ik begon bij 2. Uiteindelijk probeerde ik de 5 die verplicht waren alsnog zo de bek van onze Duitse Herder in te schuiven. Ik eet ze nog steeds niet.”

Sabina: “Ik lustte geen macaroni met rode saus. Met dingetjes. Mijn moeder maakte vaak rode saus met dingetjes. En die dingetjes waren dan: blokjes paprika, blokjes salami, stukjes ui, champignons. De rode saus kwam uit een envelopje. Als ik het al rook trok ik wit weg. Gelukkig hadden we een hond die tijdens het eten half onder tafel tussen mijn zus en mij in ging zitten. Groot voordeel: ik kon de hond de elleboogjes rode saus met dingetjes opvoeren, want die at echt ALLES. Groot nadeel: het was een witte hond (dalmatiër), die na het eten nog een paar uur een rood-oranje snuit had.”

Marcus: “Marmelade. Mijn anglofiele vader at het graag. Ik keek altijd met een zeker afgrijzen hoe hij elle ochtend – hij was een man van rituelen- een beschuitje minutieus met marmelade besmeerde (geen plekje bleef onbesmeerd) en vergenoegd opat. Ik moest het van hem ook zeker eens proberen en heb het meermalen geprobeerd maar ik vind het tot de dag van de dag van vandaag smerig. De bitter-zoete smaak. De textuur met harde schilletjes. Brrrr…. Sowieso alles met harde schilletjes vind ik vreselijk.”

Lees ook:

 

Geen foodnews Missen?