Ik draai compleet door als er een vegan komt eten
Adeline houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. Dit keer: er komt een vegan eten. Paniek.
Mijn wederhelft kijkt me wat wanhopig aan, géén zuivel en ook géén eieren? Alsof hij wil zeggen: wat eet een mens dán? Op dat moment komt er nog een appje binnen: “Oh ja, ik eet trouwens ook geen tarwe. Maar je hoeft er geen rekening mee te houden hoor, want ik kan ook gewoon zelf iets meenemen.”
Help er komt een vegan eten
Hell no natuurlijk, als iemand bij mij thuis iets niet hoeft te doen, dan is het zelf zijn of haar eten mee te nemen (behalve met oud en nieuw, maar da’s een traditie door die ene keer dat we keukenloos zaten te wachten op onze nieuwe en vrienden ineens zelf frituurpannen meenamen). Vegan it is, komt voor de bakker. De tarwevrije bakker uiteraard, want dit is het punt waarop mijn complete totale madness begint.
Niet evangeliseren
Ik behoor niet tot het type mens dat een vegetariër of een veganist irritant of moeilijk vind. Zelf schuw ik met een witte boterham door de jus soppen en dweilen bij Loetje verre van (goddelijk gewoonweg goddelijk en bovennatuurlijk lekker), maar ieder moet z’n meug mogen hebben. Zolang je mij niet probeert te evangeliseren tot raw food en glutenarm trek ik alles voor je uit de kast of groentelade en eet ik nog met je mee ook, tot de tarwevrije broodjes en nachos (die bestaan dus gewoon) aan toe. Mijn archief met vegan recepten gaat open en het kleppert en klappert en sputtert tot ik er wat passends uit weet te trekken wat de vega(n) blieft.
Het nieuwe gehakt
Die romige groene aspergesoep als je eigenlijk alleen even koffie komt drinken, maar toen de koffie toch per ongeluk overging in lunch? Nee nee, da’s gemaakt met een vleugje kookroom van Alpro natuurlijk, kun jij ook gewoon eten. Lees: totaal met voorbedachten rade gemaakt die morgen. En zie hier nog een doodgewone maar perfecte, zijdezachte hummus, een bijzondere Libanese hummus en voilà een zongedroogde tomatenhummus. Doet het uitzonderlijk lekker in combinatie met de geweldige popcorn-falafel en anders wel met de pittige falafel, want de kikkererwt is natuurlijk eigenlijk gewoon het nieuwe gehakt.
Hier, neem nog één van de tien soorten noten of anders één van de honderd soorten rauwkost die ik de afgelopen drie uur in hapklare diprepen heb staan snijden. En vergeet vooral de stapel gegrilde aubergines en gegrilde courgettes niet, die met wat gesprenkelde pijnboompitten om het af te maken, ja. Krijg je ook nog wat fluffy vegan bananenbrood na. Smaakt het?
Mijn groene knopje
Als de vegan-vega in kwestie aanschuift, dan vertel ik nog net niet dat ik elke dag plantaardige boter op brood eet, dat mijn yoghurt van soja wordt gemaakt en dat ik heus niet alleen (iets van) dieren eet. Ook al hoeft dat niet, want ik herhaal: ik ben zelf dus niet vega(n). Alles om te zorgen dat diegene zich vooral heel vlees-en-vis-etend normaal voelt. Waarom ik dit doe? Ik heb werkelijk geen flauw idee. Het is alsof er op mijn groene knopje wordt gedrukt en ik allerhande groen uitspuw. Of misschien probeer ik wel de onhebbelijkerds te compenseren die al beginnen te zuchten bij een notenallergie of het woord tofu.
In een schimmig verleden had ik zelfs een buurvrouw die haar eten niet in mijn pannen of op mijn snijplank wilde zien, want daar deed ik dingen met vlees en vis. De gruwel en de horror, wat was ik eigenlijk voor onmens? Achteraf gezien vraag ik mezelf nog steeds af waarom ik haar niet met die plank of pan mijn keuken uit heb gemept, het is een wonder. Maar zo ben ik dus blijkbaar niet, iets met een groen knopje en bewijsdrift.
Lees ook:
- Als je ober een bukker blijkt te zijn
- Het goorste eettafereel in een restaurant óóit
- Confession: ik koop mijn huis op basis van thuisbezorgd.nl