Zo maak je echt knapperige ovenfriet
Worden jouw ovenfrieten ook nooit zo knapperig als die van een restaurant of de snackbar? Of zijn ze wel knapperig van buiten, maar zompig of niet gaar van binnen? Of nog erger: zijn ze helemaal niet knapperig? We’ve got your back.
Vaak zijn ovenfrieten een snelle oplossing als je zin hebt in een knapperige aardappel, maar geen zin om de frituur aan te slingeren. Hup, die aardappel in reepjes en in de oven ermee. Prima natuurlijk, maar perfecte frieten worden het nooit. Klaar mee? Met deze twee stappen worden jouw frieten net zoals uit de frituur.
Voorkoken
Als je frituurt, moet je friet van tevoren eerst voorgaren. Dit kan door ze te koken of door ze op lage temperatuur de frituren. Hierdoor wordt de binnenkant gaar en als ze de tweede keer in de frituur gaan (op hogere temperatuur) hoef je alleen nog maar een goudbruine, knapperige buitenkant te creëren. Hetzelfde principe is waar voor ovenfriet.
Gooi je friet dus niet rauw de oven in, maar kook ze eerst in water tot ze gaar zijn maar nog wel stevig. Afhankelijk van de dikte van je friet duurt dat 3 tot 5 minuten.
Het vet
De tweede belangrijke pijler: gebruik het goede vet. Geen olie, maar dierlijk vet. De allerknapperigste aardappels bak je in ganzenvet of ossenwit. Klinkt misschien een beetje griezelig, maar in heel veel restaurants doen ze dit ook. En echt, het zorgt voor de meest knapperige frietjes ooit.
Bak de friet 20 minuten op 230 ºC. Schep dan de friet om, zodat ze egaal bruin worden. Doe dit nog 1 of 2 keer, met tussenpozen van 5 minuten, tot de friet overal mooi goudbruin en gaar is.
Lees ook:
