Gnocco fritto: gefrituurde deegkussentjes
Je kunt ons dag en nacht wakker maken voor een Italiaanse borrelplank vol mortadella, parmaham en liefst ook nog burrata en toast. Of ja, liever nog gnocco fritto: kleine deegkussentjes die je net als toast gebruikt om al dat lekkers mee naar binnen te werken. Dubbel zo lekker en makkelijk te maken, kortom: win-win.
De kleine Italiaanse deegkussentjes zijn bol en lekker knapperig. Je eet ze in combinatie met charcuterie of kaas van de borrelplank, maar je kunt ze ook los bij het eten serveren. Ze zijn van zichzelf al heerlijk, vooral als je ze direct na het frituren serveert.
Zo eet je ze
Hoe je de gnocco fritto eet mag je helemaal zelf weten: neem er twee met een plak mortadella ertussen en je hebt een mini-sandwich. Je kunt de gnocco fritto ook openvouwen en hem beleggen. Of smeer er zachte kaas op en werk direct weg. Of wat dacht je van een zoete variant met nutella erop of een enorme lading poedersuiker er overheen? Helemaal top als dessert.
Zo maak je ze
Zelf maak je ze ook heel gemakkelijk: Je neemt bloem (het liefste heel fijne bloem speciaal voor pasta, zoals deze van de AH), water of melk, olijfolie of reuzel, gist of bakpoeder en wat zout. Kneed tot een deeg, laat het rijzen, rol het dun uit en snijd in kleine rechthoeken. Daarna frituur je de plakken deeg in een frituur of een diepe pan met een dikke laag plantaardige olie. Hier vind je het volledige recept.