Hit by corona: steeds meer horecazaken gaan failliet
Het kabinet maakte deze week bekend dat de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus verlengd worden tot 20 mei 2020, waardoor ook restaurants en café’s hun deuren in ieder geval tot die tijd dicht moeten houden. Mijn hart huilt voor de horeca. Want nu de verplichte horecasluiting nog langer gaat duren, zullen veel horecazaken de eventuele heropening op 20 mei niet eens halen.
Op die datum zal de horeca meer dan negen weken gesloten zijn. Een ramp. Want veel horecabedrijven houden het hooguit nog een paar maanden vol als er niets verandert aan de maatregelen vanuit de overheid (het huidige noodpakket dekt bij lange na nu al niet alle doorlopende kosten) en pandverhuurders.
Corona-misère
Tuurlijk, er zijn (voorzichtige) succesverhalen in deze krankzinnige corona-tijd. Zoals de bezorgmaaltijd van RIJKS* en Loetje Drive In. Maar veel groter is de corona-misère. Steeds meer horecazaken gaan failliet. De eerste omgevallen zaken waren de kwetsbare zaken, tuurlijk, maar binnen afzienbare tijd zullen ook de minder kwetsbare zaken het niet gaan redden. Een maand geleden schatte de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) de schade voor horecaondernemers al op ongeveer 5,1 miljard euro en dit bedrag zal alleen maar toenemen.
Van de een op de andere dag staat alles stil
Marcel Hansen, horeca-man in hart en nieren, was net twee weken open met zijn nieuwe zaak LadyPapa in Bergen. Marcel: ‘We hebben twee weken waanzinnig gedraaid en toen kwam het telefoontje dat we dicht moesten. Nu staat het dus van de een op de andere dag stil. We moesten dus ook 22 fulltimers op non-actief stellen. Ook mijn andere zaken, zoals het IJkgebouw in Alkmaar, moesten dicht. In het IJkgebouw heb ik zestien man in dienst op vaste contracten, die moeten doorbetaald worden.’
‘Deze zomer ga ik tegen beter weten in open, want de kosten kan ik echt niet terugverdienen in een 1,5 meter samenleving. Want laten we wel wezen; voor nagenoeg elke horecazaak is 1,5 meter afstand toch echt onmogelijk…’
Geen vetpot
Als horecabedrijven weer open mogen in de 1,5-meter-economie zal het voor veel bedrijven weinig soelaas bieden. Want hoe ga je dat redden met een derde van de normale omzet?! Een normale omzet is vanwege de kleine marges bij veel horecabedrijven al geen vetpot. Marcel: ‘Bij veel mensen bestaat de indruk dat je in de horeca veel geld verdient. Helaas is het tegenovergestelde meestal waar. Als je het goed doet, hou je als ondernemer zo’n 10% van de omzet over. En dat geldt voor een goedlopend bedrijf.’
‘Dus van elk biertje dat verkocht wordt, houdt de ondernemer één slokje over, en dan moet je het al goed doen. Een gemiddeld restaurant of café heeft 35% personeelskosten, 30% inkoop, 10% huisvestingskosten en 15% overige kosten (denk aan verzekeringen, aflossingen, onderhoud, reclame, accountant, afschrijving en investeringen). En dan zijn dit glorieuze cijfers. Over de 10% die overblijft, moet ook nog belasting betaald worden. Wat daarna overblijft is voor de ondernemer om van te leven, de hypotheek te betalen en liefst ook nog te sparen. Geen vetpot, kortom.’
Een stroom aan faillissementen
Dat er straks tal van zaken gaan omvallen is onvermijdelijk. Ook al hebben veel horecaondernemers allerlei acties op touw gezet om ondanks de gedwongen sluiting toch nog omzet te genereren, zoals restaurantvouchers. Maar dit soort acties kent ook een keerzijde, want die omzet die nu door het verkopen van vouchers wordt gehaald, moet later wél worden gedraaid. En de uitgestelde betalingsverplichtingen betekent dat er niet direct betaald hoeft te worden. De uitgestelde betalingen, leningen, en rente moeten straks worden ingelopen. En dan moet er volgende maand ook nog vakantiegeld worden uitgekeerd…
De komende periode zal duidelijk worden hoe groot de gevolgen van het coronavirus voor de horeca precies zullen zijn. Maar dat er zonder extra steunmaatregelen van de overheid en coulante pandverhuurders een stroom aan faillisementen volgt, is overduidelijk.
Een terras vol paspoppen
Op het ooit zo levendige terras van LadyPapa, waar nu een paar dagen per week eten kan worden afgehaald, sieren nu mooi aangeklede paspoppen van de kledingwinkel aan de overkant die wél gewoon open is. Een ideale oplossing, want het restaurant oogt minder kaal en donker en de klanten hebben iets om naar te kijken tijdens het wachten. En hopelijk lopen ze daarna ook nog even de kledingwinkel binnen.
Lees ook: