New

Verdejo – het Spaanse nichtje van Sauvignon Blanc

Hou je van fris wit, dan drink je Sauvignon Blanc. Wil je eens wat anders, dan is Verdejo een prachtig alternatief. Net zo stuivend, groen-grassig, met wat frisse grapefruit en citroen. Maar waar komt die wijn opeens vandaan en waarom dronken we hem twintig jaar geleden nog niet?

Foto van culinair journalist Romy Kooij

Verdejo – spreek uit berdeggo – is de belangrijkste druif van de Spaanse wijnregio Rueda. Dit zonnige gebied, zo’n 170 kilometer ten noordwesten van Madrid, ligt op een enorme vlakte van zo’n 600 tot 800 meter hoog. Met eindeloze vergezichten, warme dagen en behoorlijk koude nachten. Hier komt vrijwel alleen maar knisperend wit vandaan. Zuivere wijnen, waarin je anijs, dille, venkel ontdekt en soms ook complexere aroma’s en smaken, zoals perzik en passievrucht.

Pareltjes

Dit klassieke deel van Spanje staat eigenlijk bekend om volle en stevige rode wijn. Buurman Ribera del Duera herbergt bijvoorbeeld een van de meest indrukwekkende rodewijnhuizen van Spanje: Vega Sicilia.

Maar niet in Rueda. Hier heeft de verdejo-druif zich perfect aangepast aan de barre omstandigheden van het gebied. Arme, zanderige kiezelbodems, droge, hete zomers, koude winters en het grote verschil tussen dag- en nachttemperatuur zorgen voor krakend frisse druiven met intense aroma’s. En door verbeterde inzichten wordt er nu wijn gemaakt die 30 jaar geleden nog niet bestond. Meestal jong in het schap, of met een beetje houtrijping. Allebei vreselijk lekker bij schaaldieren, witvis of tapas. De echte pareltjes hebben echter wat jaartjes flesrijping achter de rug en verleiden je met zwoele aroma’s van geroosterde noten, rozen en caramel.

Assepoester

Rueda was lang niet altijd zo fruitig en zo fris. Integendeel. Het was juist een gebied van futloze sherry-achtigen. Het ras verdejo oxideert namelijk al als je er naar kijkt. Contact met zuurstof en zonlicht tijdens pluk, wijn maken op traditionele wijze; het zorgde allemaal voor slappe en oxidatieve wijn.

Maar in de jaren negentig zag men het licht. Nachtelijk oogsten en nieuwe wijnmaaktechnieken – RVS tanks in plaats van luchtdoorlatende vaten – zorgden voor een totaal andere stijl in wijn. Assepoester Verdejo veranderde plots in een mooie prinses. Deze nieuwe wijn had frisse, groene tonen in zowel kleur als smaak (verde is dan ook het Spaanse woord voor groen). Vol karakter, structuur én met een kenmerkend grapefruitbittertje op het eind.

Jammer genoeg is er ook veel Spaans slootwater te vinden op de Nederlandse markt, waardoor Verdejo lang niet altijd laat zien wat het kan. Baan je daarom een weg door de oninteressante meuk. Betaal liever een paar euro’s meer en ontdek de weergaloze potentie van een intrigerende druif.

giphy

 

 


 

Geen foodnews Missen?