Food stories

De ultieme uiengids

Uien komen voor in alle soorten, maten en kleuren. Maar wat nou als er rode ui in je recept staat en je alleen nog witte in huis hebt? Zijn die inwisselbaar of is de smaak echt zo anders? En hoe zit het met het verschil tussen een bosui en een lente-ui? Met deze uiengids weet je voor eens en voor altijd welke ui je in je hand heb en voor welke gerechten deze het beste gebruikt kan worden.

Foto van culinair journalist Lauretta Baarends

Gele ui

De gele ui is de meest bekende van het stel en ook de meest gebruikte. Deze ui heeft een lichtbruine schil en is wit van binnen. Structuur: stevig en qua smaak scherp maar toch ook zoet. Door ‘m te bakken krijgt deze ui een minder scherpe smaak. Gele uien kun je het beste gebruiken voor gerechten met vlees, gevogelte en als basis voor sauzen, soepen en stoofgerechten. Ook heerlijk: gekaramelliseerde ui.

Zoete ui

De zoete ui komt uit Zuid-Amerika en is qua uiterlijk een exacte kopie van de gele ui. Maar de smaak is een stuk minder sterk en ook zoeter. De lagen zijn dik, waardoor ze ideaal zin voor het snijden van grote ringen voor op een hamburger of om te frituren. Ook in een Franse uiensoep en gratins komt deze ui uitstekend tot zijn recht.

Witte ui

De witte ui is niet heel bekend in de Nederlandse keuken. Hij is wat groter, wit van binnen én wit van buiten. Ze zijn scherper en minder zoet van smaak dan de gele ui en geschikt voor gerechten waar ui de boventoon mag voeren. De witte ui is extra crispy, dit komt doordat er meer vocht in zit. Gebruik de witte ui door je salsa’s en sauzen voor een lekkere bite.

Rode ui

De rode ui is lichtzoet, heeft een scherpe smaak en een licht bittere nasmaak. Zoals de naam het al zegt is ‘ie rood van buiten, van binnen is hij wit met rood. Deze is het allermooist om in te maken, hij krijgt dan een prachtig roze kleur. De rode ui veroorzaakt minder tranen tijdens het snijden dan andere varianten. Ook is hij het beste rauw te eten. Gebruik je rode ui dus in guacamole, in een salade of op een hamburger.

Sjalot

Sjalotten groeien in trosjes bij elkaar, net als knoflook. Dat is dan ook de reden dat ze daar qua vorm meer op lijken dan op uien zelf. Qua smaak heeft de sjalot wel wat weg van de rode ui. Hij is lekker scherp en pittig van karakter en dat merken je ogen ook tijdens het snijden. Ze zijn ideaal om te gebruiken in een vinaigrette, in sauzen, in quiches of bij gesneden groenten. Uien inruilen voor sjalotten kan, mits je je aan deze regel houdt!

Bosui

De bosui heeft een zachte, zoete smaak en door de stengel doet hij een beetje denken aan prei. Bosui koop je in bosjes, daar dankt hij zijn naam ook aan. Het is een jonge, nog onvolgroeide soort ui. Haal de bosui niet door de war met de lente-ui. Je zal niet de enige zijn, want bij de supermarkt worden ze vaak ook verkocht onder de verkeerde naam.

Lente-ui

Lente-uien zijn eigenlijk jonge bosuien: ze worden eerder uit de grond gehaald. Ze hebben iets weg van dunne preitjes. Ondanks de verdikking aan de onderkant zijn het geen echte uien te noemen. De smaak van een lente-uit is zacht, subtiel en komt dichter in de buurt bij de prei dan bij de ui. Dungesneden ringetjes zijn lekker om rauw te gebruiken als garnering, maar ook geschikt voor warme gerechten. Maak bijvoorbeeld eens deze verrukkelijke lente-ui-flensjes.

Lees ook:

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox