Hou jij je aan deze wijnetiquette?

Met een wijnetiket heeft het niets te maken. Wel met prangende vragen als: moet een gegeven wijn altijd meteen open, mag je je eigen fles meenemen naar het restaurant en hoe gedraag je je (niet) op een wijnproeverij? Of je nu een wijnkenner bent of een wijnliefhebber, met deze wijnetiquette je zit altijd snor.

Wijnetiquette

Wijnetiquette kunnen gaan over het bewaren, serveren en combineren van wijn met eten, maar wij focussen ons op het sociale aspect. Het volgen van onderstaande wijnetiquette zorgt voor minstens zoveel wijnplezier. Om maar meteen met de meest prangende wijnvraag te beginnen: hoe heurt het eigenlijk met die meegebrachte fles?

Koud = open

Je hebt lekker gekookt, bijpassende wijnen uitgezocht en dan komt de visite. Met een fles wijn. Ga je die dan opdrinken, terwijl jouw dure Bordeaux al een uur geleden is gedecanteerd? Nee, beslist Beatrijs Ritsema, de godmother van de goede manieren. ‘Als vrienden een fles badolie meenemen, duik je toch ook niet meteen het bad in?’ Dus het cadeau gaat de wijnkelder in, adviseert zij. Klinkt logisch, maar zo werkt het niet altijd. Krijg je een koude fles witte wijn, dan is het overduidelijk de bedoeling dat ‘ie open gaat. Schenk die dan als aperitief, en schakel daarna door naar jouw zorgvuldig samengestelde wijnarrangement.

Eén lipafdruk

Lippenstift is mooi, maar niet rond het hele wijnglas. Hou het netjes. Drink op één plekje, en zet je glas zo neer dat die lipafdruk naar jou toe wijst. Zo zorg je ervoor dat je glas zo schoon mogelijk blijft, want ouwe lippenstift op het glas is een horror. Ook weleens deze tip gehoord: lik eerst de rand van je glas af, zo blijft de lippenstift niet plakken. In een restaurant of café lijkt me dit niet echt smakelijk om te doen, in je eigen huis eerst uittesten dan maar?

Mee naar het restaurant

Nog zo’n heet hangijzer: je eigen wijn meenemen naar een restaurant, kan dat? Niet als het een vijf-liter jerrycan veel voor weinig is, maar een bijzondere fles kan best mee uit eten. Overleg van tevoren even met het restaurant en informeer of ze kurkgeld vragen, een vergoeding voor het bedrag dat ze mislopen omdat je geen wijn bij ze gaat bestellen. Breng je een zeldzame of peperdure wijn mee, dan is het heel fideel als je de sommelier ook wat laat proeven van jouw kelderschat. Fideel, leuk woord eigenlijk. ‘Wat fideel van je’ kun je gerust tegen de bediening zeggen als ze een wijn met kurk (bah!) terugnemen en een nieuwe fles opentrekken.

Eerst de beste wijn

‘Wat drinken jullie? Wijn?’ Je kijkt in je wijnrek en ja hoor, daar knipoogt een super Chileense wijn naar je, die je eigenlijk had bewaard om een keer met z’n tweeën van te genieten. Maar ja, die zure bocht uit je kerstpakket ga je toch niet aanbieden aan je visite? Nee, dat kun je niet maken, de expert is onverbiddelijk. ‘De regel is inderdaad: eerst de beste wijn, daarna de iets minder goede en zo verder afdalend naar het niveau slobberwijn.’ Laat het een les voor je zijn: zorg dat je altijd lekkere borrelwijn op voorraad hebt voor onverwacht bezoek. Doe meteen een doosje, want dat komt toch wel op.

Slurpen maar

Op zoek naar een gezellige huiswijn voor het wijnrek thuis: die vind je op een wijnproeverij. Wees wijs en trek hier niets wits aan. En rustig aan met je parfum of aftershave, je wil (nu) niet dat iedereen alleen maar jou ruikt. Denk niet dat degene die de proeverij geeft, te zuinig is: het is normaal om maar een piepklein beetje, een slokje of twee, in te schenken om te proeven.

Die wijn laat je door je mond rollen, en je mag er zelfs een beetje mee slurpen – een gewoonte die je ook direct weer moet afleren als je buiten staat. Alleen op die manier kun je alle aroma’s en smaken van de wijn goed waarnemen. Daarna spuug je de wijn weer uit, anders sta je na een glas of tien te hiphoppen op tafel met je onderbroek op je hoofd, en je smaakpapillen raken de weg kwijt als je té gul aan het proeven bent. Uitspugen kan in een emmertje – sjieker: een spittoon of crachoir – dat je naar je toe haalt om discreet de wijn in te laten lopen. Niet spugen dus en let op dat je niet voor mensen langs buigt die ook op weg zijn naar de crachoir, anders ligt hun Chardonnay in jouw nek.

Chin-chin

En dan de toost: hoor je de glazen nou tegen elkaar te tikken, of niet? Sommige mensen vinden het niet netjes, schrijft de expert Beatrijs: ‘Deftige heren en dames associëren klinkende glazen met drinkgelagen, waar de alcohol vrijelijk vloeit onder dienovereenkomstig gebral.’ Het glas heffen, elkaar even aankijken en knikken is voldoende. Maar Beatrijs stelt ons gerust, want in een klein gezelschap kun je gewoon proosten. En zit er iemand tussen die geen alcohol drinkt? Die proost mee, ook met een glas chocomel of appelsap mag je iedereen het beste wensen. Cheers!

Steeltje niet voor niks

Natuurlijk hou je het wijnglas vast aan de steel, niet met je vingers aan dat glas. Eventueel kun je je wijnglas zelfs bij het voetje vasthouden. Alleen de koningin mag de kelk vasthouden. Waarom? Alleen leden van het koningshuis hadden vroeger schone handen, dus zij konden de smaak van de wijn niet verpesten.

Lees ook:

• Met dit wijnklimaatkastje heb je altijd je favoriete wijn op de perfecte drinktemperatuur
• Niet meer doen: deze 5 dingen gaan fout met gevulde eieren
• Moddervet genoemd worden op een terras: er is veel leed

Bron citaten: Beatrijs