5 fouten die je maakt bij stoofvlees
Of het nu gaat om boeuf bourguignon, ossobuco of rendang, vermijd deze veelvoorkomende fouten om ervoor te zorgen dat je stoofgerecht perfect wordt. Ontdek de geheimen voor het bereiden van een onweerstaanbaar stoofvlees en geniet meer dan ooit van een warme en smaakvolle maaltijd bij koud of warm weer!
Deze 5 fouten bij stoofvlees moet je niet meer maken
Je denkt misschien dat er aan stoofvlees niet zo veel fout kan gaan als bij bijvoorbeeld een biefstuk die je perfect medium-rare wil bakken. Toch zijn er een paar dingen waar je echt op moet letten voor de ideale smaak en structuur. Daar gaan we.
Je gebruikt het verkeerde vlees
De eerste stap voor jouw stoof is het vlees uitkiezen. Daarvoor is het belangrijk dat je vlees zoekt met genoeg vet en bindweefsel, dat tijdens het stoven zacht wordt en zorgt voor heerlijk mals vlees. Delen van het dier die veel bewogen hebben, zoals de nek, borst of schouder zijn ideaal om te stoven. Blijf hoe dan ook ver uit de buurt van delen die een korte baktijd nodig hebben. Filet mignon of varkenshaas is botermals als je het kort bakt, maar als je het lang stooft wordt het taai. Zonde. Stoofvlees is gelukkig bijna altijd het goedkoopste stuk vlees. Vraag bij twijfel de slager om advies.
Je braadt het vlees niet aan
In grote haast of bij grote luiheid heb ik echt weleens rauw vlees samen met alle andere ingrediënten in de pan gemieterd. Het kan best, maar als je het beste uit je vlees wil halen, braad je het stevig aan. Door het karameliseren ontwikkelt het vlees meer smaak, bak het vlees dus echt mooi diepbruin. Dit doe je het beste door alles in één laag te bakken, anders gaat het vlees stomen en dat wil je niet. Werk zo nodig in verschillende batches.
Nog een voordeel van het vlees aanbraden is dat je van die lekkere aangebakken stukjes aan de onderkant van de pan krijgt. Wat je ook doet: gooi die niet weg! Ze zitten bomvol met smaak. Giet hier direct het vocht op zodat ze losweken van de pan en alle smaak in de saus terechtkomt. Mmmm.
Je bent te ongeduldig
Stoofvlees maak je low and slow. Denk het proces niet te snel af te zijn door het vuur heel hoog te zetten en het vocht als een gek te laten koken. Bij te hoge temperatuur wordt de vlees van buiten al droog, terwijl het van binnen nog niet mals is.
Je gebruikt geen vleesthermometer
Stoofvlees is vergevingsgezind, een kwartiertje te lang pruttelen is geen probleem, maar ook stoofvlees heeft een ideale kerntemperatuur. Je wil niet dat het vlees te taai is, maar het moet ook niet helemaal als draadjesvlees uit elkaar vallen. Hou een temperatuur van 89ºC aan voor het perfecte resultaat.
Je laat het vlees niet rusten
Net als die sappige biefstuk of geroosterde kip, moet ook stoofvlees rusten. Op het laatst proef je (als het goed is) altijd of alles goed op smaak is en breng je waarschijnlijk nog wat peper en zout toe. Als je het vlees even in de pan laat liggen, neemt het de smaak van de saus extra goed op. Een minuut of dertig is genoeg.
Lezerstips: van azijn tot varkenswangetjes
Altijd fijn als lezers elkaar tippen. Deze tips gaven jullie elkaar:
Suzanne heeft een tip wat betreft een mooie kleur en mals vlees: ‘Balsamicoazijn geeft meteen een mooie kleur en maakt het vlees sneller mals.’ Astrid geeft ook een tip voor mals vlees: ‘Ik braad het vlees aan zet het erna in de oven op 100 graden dan heb je er geen omkijken meer naar en het braad niet aan na een tijdje alle andere ingrediënten erbij het vlees is altijd mals.’ Lieve gooit het over een heel andere boeg: ‘Ik neem altijd kalkoen als stoofvlees altijd lekker en mals.’
Ingrid heeft ook een goede tip: ‘Mijn moeder maakte altijd stoofvlees van endvogel (zenuwstuk) dat mooi doorregen is met vet. Niet die hele magere stukken van stoofvlees nemen, dat geeft pulp in je mond. Op het laatst, als het stoofvlees bijna klaar is, deed ze er gebakken gehaktballetjes bij – even meestoven voor de kindjes (zoals bij blanquette), heel lekker.’
Ook het proberen waard is de tip van Danny: ‘Varkenswangetjes als stoofvlees gebruiken, super zacht. 1u30 à 2 uur in de oven op 160 graden slowcooking, 1 dag op voorhand maken.’ Dit duurt Luc – tot ontsteltenis van velen – veel te lang. Hij gebruikt een snelkookpan voor het beste resultaat: ‘Gebruik een snelkookpan en in 40 – 60 min. heb je super mals stoofvlees alsof grootmoeder 3 weken heb zitten broeden.’
En die varkenswangetjes? Die gebruikt Carine ook: ‘Ik maak stovers met varkenswangetjes, altijd superzacht vlees. Niemand die het verschil merkt, enkel altijd succes met het zachte vlees…’ Tenslotte: ‘Blus niet af met koude vloeistof en gebruik een zuur als azijn of wijn, tomaat of tamarinde om het vlees malser te krijgen en een diepere smaak aan het gerecht te geven’, aldus Peter.
Lees ook:
- Vijf hele goeie tips als je vlees wil invriezen (en ontdooien)
- De juiste kerntemperatuur voor elk stuk vlees
- De perfecte steak bakken
- Het geheime ingrediënt voor supermals vlees