Tips & tricks

Italiaanse food tourgids onthult: zo kies je het allerbeste Italiaanse ijs (bij écht goede gelateria’s)

Tripje naar Italië op de planning? We weten allemaal dat je terugkomt met Italiaans ijs in je bloed. Ja, Italiaanse pizza’s, pasta’s en wijnen zijn goddelijk, maar DAT IJS! Cruciaal is wel dat je het allerbeste ijs kiest. Huh, is het ijs in Italië daar niet allemaal even goed dan? Het zal je verbazen, maar zelfs in Italië kun je slechte keuzes maken op het gebied van ijs. Dat gaat je dit jaar alleen niet gebeuren. In ieder geval niet als je de tips van Italiaanse food tourgids Valentina Petraroli opvolgt.

Foto van culinair journalist Jeske van Steen

Valentina woont en werkt in Rome en leidt daar toeristen rond, op zoek naar het allerbeste Italiaanse eten. Een belangrijk onderdeel van haar tour: de zoektocht naar lekker Italiaans ijs. Nu weet zij inmiddels natuurlijk wel waar je wezen moet, maar een toerist die voor het eerst het Colosseum voor z’n neus ziet staan, heeft nog geen idee. En hoe zonde is het als je ein-de-lijk op je welverdiende vakantie in Italië bent en je geeft je zuurverdiende geld uit aan mwa-ijs?

Tip 1: check de bak met ijs

Hoe weet je nou of je in een écht goede Italiaanse ijszaak staat? De eerste tip van Valentina: check de bak waar het ijs in zit. Je kent vast wel van die ijssalons die enorm grote hompen met ijs in hun vitrines hebben staan. Lekker, denk je. Dit zit er goed uit! Maar trap er niet in. Zulke gigantische bakken ijs maken ze alleen maar omdát het er dus lekker uitziet. Oftewel, om jou naar binnen te lokken. In werkelijkheid is er heel veel lucht in het ijs gepompt om er zulke grote hoeveelheden van te maken. Je betaalt dus voor bevroren lucht. Ook geen goed teken: deksels op de ijsbakken. Het allerbeste is als het ijs ‘plat’ en zichtbaar in de bak ligt.

Tip 2: check de kleuren van het ijs

Je kent vast wel smurfenijs: van dat knalblauwe ijs waarvan je al gaatjes krijgt als je ernaar kijkt. Het is vast geen geheim dat dit ijs vol geur-, kleur- en smaakstoffen zit. Hoe komt het anders aan z’n blauwe kleur? Sommige ijssalons gebruiken chemische stoffen óók voor smaken waarbij dat eigenlijk niet eens nodig is, puur om het ijs een opvallende, herkenbare kleur te geven. Valentina zegt bijvoorbeeld dat bananenijs nooit een gele kleur moet hebben, maar offwhite moet zijn. Alleen de schil is geel en die eten we niet, toch? Ook pistache-ijs is zo’n geval. Dat moet niet groen, maar juist een aardse, lichtgrijzige kleur hebben. En muntijs moet héél lichtgroen zijn, niet glow-in-the-dark-groen. Let bij binnenkomst dus op de kleuren van deze 3 smaken en je weet meteen of je met een red flag of green flag ijssalon te maken hebt.

Tip 3: let op het aantal smaken

Een ijssalon met 150 smaken? Lekker veel te kiezen, top! Maar nee: zulke ijssalons moet je volgens Valentina juist negeren. Als er zóveel smaken in de vitrine liggen, dan kan het gewoon niet dat ALLES zelfgemaakt is. Dat is onmogelijk. Oftewel, het grootste deel zal kunstmatig ijs zijn. Zie je in het aanbod bijvoorbeeld één bak met blauw smurfenijs liggen? Ga er dan maar vanuit dat er meer smaken zijn die – net als dat smurfenijs – ‘industrieel geproduceerd’ zijn. De zelfbenoemde ijsmakers gaan namelijk echt niet één smaak op die manier maken en de rest allemaal met de hand.

Tip 4: check of je roomijs of gelato hebt

Veel Italiaanse ijssalons hebben ‘gelateria’ op hun gevel staan pronken. Dan verwacht je ook wel dat je ‘gelato’s’ krijgt, toch? Er zit namelijk een behoorlijk verschil tussen roomijs en gelato’s. Roomijs is gemaakt met room en gelato met melk. Dat is de reden dat een gelato veel sneller smelt bij warme temperaturen. Aangezien het nu al een paar weken een sauna is in Rome – en de rest van Italië – betekent dat dat je als een gek je ijsje op moet likken. Irritant: ja, maar wel een goed teken dus.

Lees ook:

Geen foodnews Missen?