Tips & tricks

Weg met mieren! 5 tips om van die rotbeesten af te komen

Zie je dat goed, beweegt de hagelslag? Nee, dat zijn mieren en ze hebben een korte route gevonden van hun nest naar de kruimels op je aanrecht. Zo kom je van die ongewenste visite af – zonder gif of andere narigheid.

Foto van culinair journalist Sabina Posthumus

We scheiden het groene afval van het plastic en de rest, vangen spinnen om ze vredig buiten in de tuin los te laten en het liefst eten we zo biologisch mogelijk. Maar die mierenplaag is iets teveel natuur in huis, weg met dat leger dat langs de plint marcheert. Hoe doe je dat?

Ruim je rotzooi op

Voorkomen is beter dan genezen, echt waar, dus zorg vooral in de zomer dat je aanrecht schoon is, dat er geen kruimels op de grond liggen en dat nergens iets zoets te vinden is voor die kleine fuckers. Als één mier een druppel honing of wat gemorste suikerkorrels gevonden heeft, laat zij (het zijn altijd de vrouwelijke verkenners die op zoek gaan naar voer) dat weten aan de collega’s.

En daar komen ze met z’n allen in polonaise, om in jouw keuken of kamer lekker te gaan eten. Ze vinden altijd weer de weg naar huis door het geurspoor dat ze uitzetten op weg naar het diner. Vindt zo’n enkele mier niks, dan zoekt ze ergens anders weer verder – probeer het maar lekker bij de buren – en krijg je ook niet die sliert beestjes in je huis.

Kit de boel dicht

Sluit ze af bij de bron: als mieren je huis niet in kunnen, heb je geen probleem. Dus zoek naar kleine kiertjes en gaatjes bij het kozijn, kit dat dicht of zet het af met fijn gaas. Het zijn minuscule beestjes, dus je moet echt heel zorgvuldig aan de slag. Groot voordeel: grotere insecten – spinnen, vliegen, torretjes of zelfs, ieuw, kakkerlakken – maken ook geen kans meer na deze actie.

Laat ze lekker buiten

Zie je buiten mieren, dan betekent dat niet dat je meteen met kokend water, gifspuit of zeepsop aan de gang moet. Veeg af en toe je stoepje, dan is het wel klaar. Die beestjes wonen daar, he. Even een tip van niet-culinaire orde: mieren houden van tegels en stenen, ze maken graag hun nest onder een terrastegels en daar keren ze zes tot acht jaar (!) elke zomer terug. Wip die tegels uit je tuin en plant er gras of leuke bloemen, heb je meteen minder mieren.

Breng ze in de war

Mieren zetten dus een geurspoor uit om de weg van hun nest naar jouw potje jam te vinden. Is de jam opgeruimd, maar is dat nieuws blijkbaar nog niet in die kleine koppies doorgedrongen? Wis dan dat geurspoor uit met een fris sopje. Chloor of azijn is niet nodig, een dopje allesreiniger en het mierenleger is spoorloos.

Ook kun je ze helemaal in de war brengen door verkruimelde blaadjes munt op hun route te strooien (een opengeknipt zakje muntthee werkt net zo goed) of geurende planten neer te zetten, denk aan lavendel of goudsbloemen. Helemaal van de wap raken ze van uienpoeder, knoflook of koffiedik. En gek genoeg ook van komkommer, terwijl dat helemaal niet zo’n uitgesproken geur heeft.

En dit kun je beter niet doen

Azijn gieten in je tuin is sowieso een slecht idee. Hartstikke slecht voor het grondwater, waar het toch naartoe spoelt. En bovendien: heb jij zin in om een tuin te zitten die ruikt als een pot augurken? Dacht het ook niet, dus laat de azijn maar lekker binnen.

Bestrijdingsmiddelen bij het tuincentrum zijn bijna altijd gif, ook als erop staat dat het bijenvriendelijk is of honderd procent natuurlijk. Laat je niet foppen, dat is gewoon niet fris. Denk ook even aan je peuter die alles in z’n mond stopt (dus ook het mierengif), de hond of de kat die eraan likt of de vogels en de vlinders in je tuin. Dan maar een hippie, maar gif is echt niet tof.

Lees ook:

Bron: Milieucentraal

Geen foodnews Missen?