Eddie’s eetergernissen: je bord aflikken in gezelschap
Adeline houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Eddie’s Eetergernissen deelt ze haar verwonderingen. Deze week moeten we het hebben over je bord aflikken in gezelschap.
In de lockdown (na lockdown na lockdown na lockdown) at ik in de veilige beslotenheid van mijn eigen huis. Alleen mijn vriend was getuige van het ritueel dat ik ontwikkelde als ik iets bijzonder lekker vond. Het was hetzelfde ritueel dat ik als klein meisje alleen bij mijn opa en oma mocht doen (maar echt alleen!) als ik iets heel lekker vond. Ik heb het hier over mijn bord aflikken.
En dan niet met de tong over het porselein om elke druppel op te slurpen, al deed ik dat vroeger bij mijn opa en oma heus wel, maar keurig met een vinger de laatste restjes soldaat maken. In mijn ogen hét ultieme bewijs dat iemand iets lekker vond. In de ogen van veel anderen een dubieuze ietwat viezige gewoonte.
Ik ben er nog steeds niet uit wie gelijk heeft.
Vrijheid in de beperkingen
Als een chef bedenkt dat in een saus wat dragon moet (I love you for that), dan is de score 100 procent dat ik álles tot me wil nemen. Ik kijk dan eerst spiedend rond, als een zesjarige die snoep gaat jatten bij Jamin, en maak daarna met mijn wijsvinger een cirkelende beweging over mijn bord. Om nóg een keer rond te kijken, want stel je voor dat iemand ineens zag dat ik met een vinger over mijn bord zat te dweilen en dan kus ik het als het ware van mijn wijsvinger af.
Ik zou hier nu eten of slurpen kunnen zeggen, maar dan wordt het goor. Om verwarring te voorkomen: de ergernis is hier niet het aflikken van borden, maar het feit dat ik dit nu ineens weer stiekem moet gaan doen. Er zat voor mij een vreemde soort vrijheid in de beperkingen inderdaad.
Algemeen falen
Het ingewikkelde is dat ik dit lockdown na lockdown na lockdown ongezien kon doen. Alleen mijn wederhelft, die inmiddels wel wat van me gewend is, en mijn inner circle weet van deze afwijking af (en jullie, besef ik nu). Maar in de meeste restaurants staren mensen me toch wat bevreemd aan. Terwijl het eigenlijk de schuld is van vork, mes en lepel. Ik zou hier met liefde ‘bestek’ zeggen, maar dan gaan alle rakkers met een studentikoos verleden steigeren.
Als dit gereedschap enigszins toereikend was, dan zou ik het verdikkeme gewoon voor elkaar krijgen om die tot de laatste druppel goddelijke dragonmayonaise van mijn bord af te schrapen. Dit is dus helemaal geen afwijking van míj, maar een algemeen falen van het bestek (ha!).
En dan heb ik het nog niet eens over die rottige, ribbelige borden gehad die nu ineens in de mode zijn, want dan is het helemaal onmogelijk. God, ik gruwel trouwens van die structuur. Daarover volgende week waarschijnlijk meer. Mocht je iemand dit weekend stiekempjes een bord af zien likken, geef gewoon maar een bemoedigend knikje en zie het als een compliment voor de chef.
Want dat is gewoon wat het is.
Lees ook:
- Eddie’s eetergernissen: zo’n omhooggevallen ober aan tafel
- Eddie’s eetergernissen: rondslingerende natte theezakjes
- Gerechten die (sterren)chefs nooit op de kaart zetten