Eddie’s eetergernissen: restaurants met van die kloterige, kleine tafeltjes en stoelen
Adeline houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Eddie’s Eetergernissen deelt ze haar verwonderingen. Deze week moet ze éven iets kwijt over die kloterige, kleine tafeltjes en stoelen in restaurants.
Laatst ging ik uit eten in zo’n pijpenlaatje in Amsterdam en daar zat ik zo ongeveer op schoot bij mijn buurman. Gelukkig was ik niet met mijn vriend uit eten, maar met een vriendin. Ik deed het trouwens niet zelf, het kwam door de afstand tussen de kutterige, ieniemienie tafeltjes in het etablissement.
Shared dining, hoé dan?
Natuurlijk snap ik de gedachte achter de kleine tafel wel, want hoe kleiner je tafel hoe meer tafels en gasten. Voor die optelsom hoef je op zich geen wiskundige in te schakelen. Maar wat ik níet snap is dat je van die pietepeuterige tafeltjes wegzet, terwijl je concept (waarover later een uitgebreide klaagzang) shared dining is.
Dan adviseren ze je twee gerechtjes per gang te nemen, maar dan pássen al die borden niet op tafel. Hoe dan? Je zit dan niet alleen aan een kleine tafel, maar je moet ook klein eten, want anders stoot je alle schalen en glazen zo van de rand af. (Kleine side note; dit is dan ook het enige nadeel van het geweldige restaurant Beurre waar we onlangs kont aan kont aanschoven).
Gigantische kont
Nóg erger zijn van die kloterige, kleine tafeltjes in een restaurant die bijna bovenop elkaar staan. Interieurontwerpers doen dan alsof zo’n lange bank langs de wand heel hippig is, maar in werkelijkheid wil de uitbater gewoon zoveel mogelijk mensen op elkaars lip laten zitten. Op zich heb ik geen gigantisch aura, dus dat past wel, maar ik heb wel een gigantische kont en dat past niet. Alleen mensen die flinterdun zijn passen door die onmogelijke dertig centimeter tussen de tafels heen.
Ik daarentegen veeg ondertussen het broodmandje met mijn kont op de schoot van de persoon op de bank óf tik het wijnglas om met mijn tas. Om dit te voorkomen zou je jezelf om kunnen draaien, ware het niet dat je dan op kruishoogte langs de tafel gaat en da’s ook ongemakkelijk. Je buren kijken dan van je kruis naar je gezicht en weer terug naar de tafel en dus je kruis.
Grijpende handjes
Zo dicht bovenop je buur zitten heeft nog een interessante bijkomstigheid. Ik laat even in het midden of dit erg is, want soms is het simpelweg reuze interessant. Maar je hoort dus allerlei saillante details van een gesprek naast je. Dit is enorm ongemakkelijk als klef en bef besloten uit eten te gaan en aanschuiven, want dan zit je de hele tijd naar van die grijpende handjes op tafel te turen. Maar je zit met je oren te klapperen als de buren op gedempte toon ruziemaken.
Je hoeft dan niet eens naar links of rechts te zakken om het beter te horen. Blijf vooral wel zelf met je gesprekspartner praten, want anders valt het op. Als je die dertig centimeter tussen de tafels en het gebruik aan vierkante centimeters voor je gerechten vergeet, dan kan het zomaar eens een boeiende avond worden.
Lees ook:
- Eddie’s eetergernissen: als alle gerechten met een bloedgang op tafel staan
- Eddie’s eetergernissen: van die mensen die niks lusten
- Eddie’s eetergernissen: als iemand wilt helpen met koken