Opinionated

Eddie’s eetergernissen: van die landen waar ze alles in de frituur flikkeren

Adeline (roepnaam: Eddie) houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Eddie’s eetergernissen lees je dat laatste. Dit keer: van die landen waar ze alles in de frituur flikkeren.

Foto van culinair journalist Adeline Mans

Don’t get me wrong, ik ben groot voorstander van het bruine pretvet. Een sidderende kaassouflé uit de olie krijgt van mij zeker een ruime 8 na een avond stappen. Net als zo’n verdomd heet vlammetje op het terras. Ik vind het smullen. Alleen ik snap de onbedwingbare behoefte om alles maar in de frituur te flikkeren gewoon niet.

Alles in het vet

Zo stak ik een paar weken geleden voor het eerst die enorme Atlantische Oceaan over. Bij aankomst op het bewuste continent daalde er nog net geen frituurwalmpje op me neer. Op elke straathoek pruttelde het vet in de pan. Het maakte niet uit wat voor voedselgroep je was, van ontbijt tot borrel, alles ging met een boogje de frituur in.

Geen red flags

Maar eindelijk zou ik dan tóch een lokaal gerecht nuttigen. Ik zat aan een idyllisch meer, dat ongeveer zo groot is als onze Noordzee, keek vanaf het terras uit over het water en begreep van iemand dat je hier vis moest eten. Zo gehoorzaam als ik ben bestelde ik bij de vriendelijke lachende serveerster een portie lokale vis. Het was een very good choice van me, vond ze. En of ik daar dan aardappeltjes of frietjes bij wilde. Ik koos voor Franse frietjes en verheugde me tijdens het wachten op verse vis uit het meer. Onder het mom ‘vis moet zwemmen’ vroeg ik om een glas wijn en dat smaakte uitstekend.

Tot zover zag ik geen red flags, behalve dan die enorme literfles ketchup op tafel.

Naar de getver gefrituurd

Zwierig plaatste de serveerster het bord voor me op tafel. Mijn adem bleef even steken in mijn keel, want de oh-zo-smakelijke lokale vis hield het midden tussen een gigantische hoop met kibbeling en een lekkerbekje. Alles wat op het bord lag was helemaal naar de getver gefrituurd. Het enige dat nog iets weg had van zichzelf was de koolsla met een plens dressing, maar daar kreeg je zo weinig van dat er überhaupt geen voedingswaarde in te vinden was.

Van dat ooit zo lekkere visje was niets over, behalve dan een krokant korstje en het sap van de frituur. De frietjes waren in de verste verte niet French, maar – jawel – flink lang gefrituurd en glansden me vanaf het bord tegemoet.

Frietje in het raamkozijn

Ineens snap ik dat iedereen daar de onbedwingbare behoefte heeft om minimaal een maand naar Europa te komen. Waar je dressing niet uit een fles komt, vis op de huid gebakken wordt en de appeltaart bij de koffie nooit in de buurt van het frituurvet was. Sinds ik thuis ben eet ik soep en sla, al is het alleen maar om dat laatste restje frituur dat uit mijn poriën opstijgt te verdrijven.

Al genoot ik wel driedubbel en dwars van het frietje in het raamkozijn met Koningsdag, zo ben ik dan ook wel weer.

Lees ook:

 

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox