Eddie’s eetergernissen: van die smakeloze koffie geserveerd krijgen
Adeline (roepnaam: Eddie) houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Eddie’s eetergernissen lees je dat laatste. Dit keer: de misdaad van de smakeloze koffie.
Mijn koffiecarrière begon ongeveer zo. Ik vond het als 12-jarige cool om koffie te drinken. Dat werd toegestaan door thuis, maar dan wél zwart. Koffie met melk was geen koffie. Zo maakte ik mijn tentamens al op van die smerige koffie uit de automaat. Laten we zeggen dat dit me gevormd heeft. Ik ben zo’n koffiedrinker die filterkoffie verkiest boven havermelk, wat voor mij als millenial uitzonderlijk is.
Het enige uitstapje dat ik maak is met een hittegolf, dan zou je me kunnen betrappen op een freddo espresso. Niet te verwarren met de ranzige frappé die ontstaat uit oploskoffie trouwens.
Hoogverraad
Aan die hang naar koffie heb ik trouwens innige vriendschappen te danken. Je kunt stellen dat koffie verbindt. De echte koffiesnobs herkennen elkaar aan het opgehaalde neusje. Ik ben zelfs zo erg, dat de niet-echte koffiedrinkers denken dat ik meer van de thee ben.
Zo kom ik al jaaaren elke maand bij iemand over de vloer voor wat persoonlijk onderhoud. De persoon in kwestie dénkt dat ik geen koffiedrinker ben, maar ik raak al in paniek als ik de zalmroze Senseo (wie bedenkt die kleur?) parmantig in de hoek zie staan. Daar doe ik dus altijd een theetje. Dat staat gelijk aan hoogverraad onder koffiedrinkers, maar smakeloze koffie drinken is het alternatief en dat is zo mogelijk nog erger.
Er is iets niet pluis
Koffie is – net als de huiswijn op de menukaart – voor mij een soort barometer bij een restaurant. Is je koffie niet pluis, dan is er iets mis. Niet alleen met je koffie, maar met alles. De theorie is als volgt: ben je te beroerd om fatsoenlijke bonen te malen, dan flikker je het voedsel vast ook liefdeloos op een bord. Misschien wat gechargeerd, maar schuilt er niet een glimpje waarheid in?
Plaatsvervangend trots
Mijn koffiestandaard is zelfs zo hoog, dat ik in het buitenland altijd meteen zoek naar een geschikte koffiestek. Een Griekse hoteleigenaar en vriend klaagde zelfs een beetje tegen me dat ‘wij Nederlanders’ zo moeilijk doen over koffie. Het was gek, maar ik was plaatsvervangend trots op elke koffiesnob die daar voor mij logeerde.
Natúúrlijk doen we daar ingewikkeld over, waarom zou je genoegen nemen met een soort van net iets te sterk gezette thee of smakeloos gebrouwen bakkie. Of nog erger: oploskoffie. Gat-ver-dam-me. Je hebt plaatsen in Griekenland waar ze alleen maar van die poederzooi voor je hebben. Na drie dagen wordt het pas zorgelijk, want dan begint de innerlijke strijd tussen principes en cafeïne.
Boomerang
Maar het allerergste overkwam me pas. Ik kocht een nieuw koffiezetapparaat, waardoor ik over moest stappen van koffie. Dan moet je dus een beetje zoeken naar welke smaak je past. En dat je dan als koffiesnob zélf ranzige koffie koopt. Wat een blamage.
Lees ook:
- Eddie’s eetergernissen: smaakcombinaties die nérgens op slaan
- Eddie’s eetergernissen: van die mensen die niks lusten
- Eddie’s eetergernissen: het gevecht met de vershoudfolie