Een ode aan spekkoek
Met een duur product of ingewikkelde bereidingswijze pak je iedereen snel in, maar soms is het een simpel, nederig product waar je eigenlijk het meeste zin in hebt. Toch? Daarom vandaag een ode aan een favoriet bij de toko: spekkoek.
Als er iets is met een ingewikkelde bereidingswijze, is het spekkoek wel. De verschillende laagjes moet je allemaal opbouwen in de oven. Je schept er een laag in, die gaat de oven in, dan moet de volgende er weer op. Moeilijk is het niet, maar wel arbeidsintensief. Geen zin in. Die spekkoek haal ik dus altijd gewoon kant-en-klaar bij de toko.
Gewikkeld in folie
Er zit hier vlakbij werk een geweldige toko waar ik vaak langsga voor dumplings, krupuk of sojasaus. Daar op de toonbank blinken in punten gesneden spekkoek, gewikkeld in plasticfolie. Elke keer zeg ik tegen mezelf dat ik het niet moet doen (calorieën enzo), maar ik bezwijk altijd. Hoe kun je nee zeggen tegen zo’n perfect product dat je vanaf de toonbank aanloert?
Vaak kun je kiezen tussen een groene en bruine variant. Al ben ik enorm fan van pandan (groen dus), vind ik spekkoek het lekkerst in het bruin. De specerijen daarin (o.a. kaneel, kruidnagel en kardemom) zijn zo lekker, die hebben helemaal niks extra’s meer nodig. En dan dat feest van alle laagjes uit elkaar peuteren, voordat ze je in je mond stopt. Zo bevredigend en zo lekker.
Diepvries
Sommige afhaaltoko’s maken hun spekkoek vast zelf. Als ze die rendang, sambal goreng tempeh en pasteitjes ergens maken, hebben ze vast ook de gear om spekkoek te maken. Het zou me ook niks verbazen als sommige toko’s gewoon fabrieksspekkoek kopen, en die zelf in puntjes snijden. En het kan me precies niks schelen. Die fabriekskoeken vind ik ook hartstikke lekker, ik heb zelfs weleens spekkoek uit de vriezer gehaald. Even ontdooien en aansnijden maar!
Lees ook: