Ik ben bang dat ik het uit eten gaan totaal verleerd ben
Adeline houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Sunday Roast deelt ze haar verwonderingen. Deze week denkt ze dat ze het niet meer kan.
De laatste keer dat ik het uitgebreid deed was op een Grieks eiland in september. Op de ouderwetse manier bedoel ik dan. Lekker uitgebreid de tijd nemen, dat het niet uitmaakt hoelang het duurt en als je klaar bent gewoon nog even nazuchten over hoe lekker het was. En dat dan meerdere keren per dag herhalen. Nou vooruit, ik sjoemelde nog een keertje begin december. Maar eigenlijk was die keer al niet echt meer toegestaan en stond het in een shift afgebakend op de agenda. En inmiddels ben ik bang dat ik het uit eten gaan totaal verleerd ben. Zeg nou zelf, thuis is toch anders dan uit.
De bovenste knoop
Thuis dweil ik met mijn vinger door het bord als mijn eten in de buurt van goddelijk komt, ook als de mensen kijken. Zoiets doe je niet in het openbaar. Achter de voordeur doen we het dessert gewoon op de bank en het voorgerecht en hoofdgerecht misschien ook wel, als het een lui weekend is. Onder mijn eigen dak gaat de broek na het hoofdgerecht op het vreethaakje en trekken we de trui erover, geen mens die het ziet of gaat wijzen. Thuis ben ik eigenlijk veel te comfortabel om uit eten te gaan. Maar ik ben er zo aan gewend, dat ik vrees voor mijn eigen gedrag als het weer mag.
Schaamteloos genieten van een burrata
Dat ik in een restaurant zelf mijn wijn in ga schenken. Zelf de keuken in loop om de borrelplank in hoog tempo in elkaar te zetten. Dat een kok me dan met pollepel en serveerdoek het heiligdom uit jaagt. En ik niet meer weet hoe ik op mijn gemak van een goddelijke burrata moet genieten. Aan een tafel, met een servet op schoot, in goed gezelschap, waar het eten netjes opgediend wordt, door iemand anders dan mezelf. Stel nou dat ik ineens denk dat de bovenste knoop wel even open kan?
Wat te zeiken te hebben
Ik ben al bijna vergeten hoe klote het is om je glas wijn ná een gerecht geserveerd te krijgen. Hoe achterlijk het is als je ober op zijn hurken met het hoofd gekkig boven de tafel een driegangenmenu opdreunt. Dat het helemaal ruk is als je meer brood dan boter geserveerd krijgt. Laat staan dat ik me het gruwelijke gevoel kan herinneren van een papieren rietje in een door een bartender gemaakte cocktail. Of dat de huiswijn niet te zuipen is.
Eén ding weet ik wel, ik zou mezelf niet binnenlaten als het weer mag. Ontzettende zeurkous dat ik er ben. Al kan ik niet wachten om weer wat te zeiken te hebben.
Lees ook: