De ultieme formule voor comfort food
Een kom ramen of een groot bord pasta met vlezige saus, een hele bak ijs of een tosti die druipt van de kaas. Eten geeft troost en de term comfort food wordt dan ook te pas en te onpas rondgestrooid, maar wanneer is iets echt comfort food? Onderzoekers van Yale University zochten het voor je uit.
Het antwoord? Het heeft dus allemaal met de vet-tot-koolhydraat-ratio te maken. Alle dingen die worden gecategoriseerd als comfort food (pizza, chocolade, ijs) hebben een belangrijke factor gemeen: ze hebben ongeveer een vet-tot-koolhydraat-ratio van 1:2. Dat magische getal maakt eten kennelijk totaal onweerstaanbaar.
Onderzoek aan Yale University wijst uit dat zodra een gerecht deze ultieme ratio heeft, er in onze hersenen een synergetisch effect plaatsvindt. Dat houdt in dat we het eten als beter ervaren dan de optelsom van delen. En dat is ook zo toch? Deeg is lekker, tomatensaus is lekker en mozzarella is lekker, maar als je een goede pizzapunt in je mond stopt, is dat zo veel lekkerder dan alles bij elkaar.
Dopamine
Deelnemers van het onderzoek waren bereid om drie keer zo veel geld te betalen voor eten dat aan deze eis voldeed, ten opzichte van eten waar alleen vet of koolhydraten in zat. Eten dat in de categorie comfort food valt zorgt voor het vrijmaken van dopamine, een stof in onze hersenen die we koppelen aan beloning. Dopamine wordt ook vrijgemaakt als je een compliment krijgt, drugs gebruikt of als iemand je foto op Instagram liket. Vandaar dus dat je je beter voelt, als je die chocoladereep naar binnen werkt.
Chocolade
Chocolade is trouwens een geval apart. Daarvan wijst onderzoek uit dat het net zulke sterke effecten op de hersenen heeft als nicotine en alcohol. Zodra je het eet, wil je er meteen meer van. Steek je hand op als je dit herkent.
Lees ook:
