Pintxo’s, pinchos of tapas?
Als je in Spanje bent vliegt het woord tapas je om de oren. Dan zie je ineens de woorden pincho en pintxo… Als je dacht dat dit allemaal hetzelfde is, think again. Hier zijn de verschillen en spelregels voor tapas en pinchos.
Wat is wat?
Tapas, in het enkelvoud tapa, komt van het Spaanse woord tapear wat afdekken betekent. Vroeger hingen grote stukken ham gewoon in de buitenlucht en daar kwam nogal eens wat gezoem op af. Door je wijn af te dekken met het stuk brood waar het vlees op lag voorkwam je dat de vliegen in je wijn terecht kwamen.
Overigens hoeft een tapa geen stokbrood met vlees of vis er op te zijn. Het is een verzamelnaam voor ‘kleine porties’. Dus het kan ook een portie patatas bravas zijn, of een paar ansjovisfilets in olie.
Pinchos, in het Baskisch pintxo’s, zijn hapjes op een snee stokbrood met een satéprikker erin. Pincho komt van het Spaanse woord pinchar dat doorprikken betekent. Pincho en pintxo betekent dus hetzelfde: een lekker hapje op een stuk stokbrood met een satéprikker er in.
Waar vind je wat?
Waar je wat eet en wat de spelregels per hapje zijn, verschilt per regio in Spanje. Zo eet je in Baskenland dus vooral pintxo’s en in Zuid-Spanje vooral tapas. Voor pintxo’s moet je altijd betalen. Je kan ze vaak wel zelfstandig van de bar pakken, maar je moet de satéprikkers bewaren zodat de barman/-vrouw ze kan tellen voor de rekening.
In Granada en Madrid zijn je tapas vaak gratis, terwijl je in Sevilla en delen van Andalusië vaak voor je ‘kleine porties’ moet betalen.
Een klein beetje, alstublieft
Als je een klein beetje van iets wil, bijvoorbeeld ‘een klein stukje omelet met gezouten kabeljauw‘, dan vraag je om ‘un pincho de tortilla de bacalao’.
Lees ook:
- Viva Valencia! Dit moet je (straks) allemaal gaan eten en drinken in onze Spaanse lievelingsstad
- Recept: Spaanse gehaktballetjes voor een tapas avond
- Borrelsnack in corona-tijd: zelf kaastengels maken