Food stories

Corona haalt de Portugees in me naar boven

Ik mis mijn vrienden in de kroeg, ik mis het sfeervolle restaurant waar ik werk wat nu een take away toko is, ik mis nat gaan tijdens mooie zomerse dagen met volle terrassen. Corona is kut en we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Maar ik probeer, om een beetje geestelijk gezond te blijven, de positieve kant ervan in te zien. 

Foto van culinair journalist Laura Grilo Melo

The silver lining

Tot nu toe was de positieve kant enkel nog de verminderde luchtvervuiling en het ontbreken van toeristen in de binnenstad. Maar toen ik laatst weer eens door Amsterdam fietste, toen viel mij iets op en het deed mij denken aan mijn vaders vaderland.

Op de stoep

Als je geluk hebt in Amsterdam heb je een tuin of een balkon. Zo niet, dan is de stoep nu je nieuwe wereld. De stoep. De plek waar je voorheen zo op schold vanwege hondenschijt en/of toeristen met rolkoffers die niet voor je uitwijken. Nu is het alles wat je hebt. Ik geniet van de mensen die ongemakkelijk op hun stoepje zitten. 3 krukjes: 2 voor het stel, 1 voor de borrelplank. Het leven ziet er even, op de stoep, zorgeloos uit. De stralende zon, de lege straat, de trotse blik van de man die zijn best heeft gedaan met het kaasplankje en de gelukkige blik van de vrouw die haar Chardonnay drinkt. Ligt het aan mij, of genoten we voor corona nooit van het trottoir?

Portugese taferelen

De stoep doet me denken aan Portugal. De kleine steegjes en straten in Lissabon. Waar kinderen, groepen vrienden of oude oma’s op de stoep zitten, of onhandig in hun deuropening. Met een BBQ voor de voeten; sardientjes grillen. Biertjes drinken. Te genieten van dat wat je hebt: je stoep, de zon en lekker eten en drinken.

Lissabons design

Lissabon is ontworpen om buiten zijn. De restaurants en barren zien er van binnen niet uit. Lelijk interieur, slecht geïsoleerd, nauwelijks verlichting, behalve dat van de oerlelijke tl-buizen; “kom hier maar niet binnen,” lijkt de boodschap te zijn. En waarom zou je? Je hebt de stoep! In Lissabon bestaan barren in de zomer veelal uit een biertap buiten. Je bestelt je biertje, die wordt getapt in een plastic beker, en vervolgens chill je even op de stoep, of je loopt door; naar de volgende bar. Honger? Bifanas kan je lopend eten en ook de kleine Pasteis de Natas zijn bij elk buitenbarretje te vinden.

Lissabon in Amsterdam

Zou dit mogelijk zijn in een anderhalve meter economie? Kleine barretjes die het straatbeeld vullen in de zomer van Amsterdam? Geen mensen binnen, anderhalve meter afstand; alles to go. Klinkt haalbaar. Steeds meer plekken verplaatsen hun bar naar buiten. Bar Pamela in Amsterdam-west serveert koffie en cocktails to go. Ze moedigen je aan om langs te lopen tijdens je blokje om, zodat je je wandeling kan vervolgen met een heerlijke margarita in je hand. Loop langs Piet de Gruyter, waar je een Bloody Mary meeneemt (en omg, waar je net als in Portugal Pasteis de Natas kan kopen!) en naar Bootoe voor lekker Caribbean food on the go. Daar tegenover zit weer ijswinkel Doardi; geen zomer zonder ijs. Als je de anderhalve meter maatschappij ziet als 1 grote culinaire wandeling, dan is het “nieuwe normaal” misschien zo eng nog niet.

Lees ook:

Geen foodnews Missen?