Foodnews

Kandeel, brandewijn, een neut: historisch borrelen doe je zo

Tegenwoordig: cocktailbar, wijnproeverij, bittergarnituur. En vroeger: een kopje thee uit een keurig kopje en dan om vijf uur weer netjes naar huis. Of niet? Mariëlla Beukers en Manon Henzen schreven een boek over borreltijd in de Nederlandse geschiedenis, vol interessante feiten en recepten als je nu thuis historisch wilt borrelen.

Foto van culinair journalist Sabina Posthumus

Borreltijd is een nieuwe term, maar het begrip bestaat in Nederland al eeuwen, aldus Manon Henzen, een van de schrijvers van het boek Borreltijd. Manon is culinair historicus. Ze vertelt: ‘Thee was in de achttiende eeuw erg deftig, en elite hield theevisites. Werden mensen aan het einde van een middag theedrinken een beetje slap, dan werd een borrel ingeschonken. En dat was meestal brandewijn, eventueel met suiker, of een klein glaasje zelfgemaakte likeur.’

Net als advocaat

Zo’n borrel van twee eeuwen geleden kon ook kandeel zijn, een drankje dat in de verte een beetje aan advocaat doet denken. Manon: ‘Het wordt ook gemaakt met eieren, maar het is niet zo dik als advocaat en ook minder sterk. Het kreeg z’n smaak door de specerijen en kruiden die eraan toe werden gevoegd, het bevatte ook ei en alcohol, bijvoorbeeld wijn of bier.’ Een toppertje uit de achttiende eeuw: kruidenwijn. Wijn met kruiden, specerijen, een beetje suiker en citrusschilletjes. ‘Denk maar aan glühwein. In de winter werd die drank warm geserveerd, in de zomer koud.’

Neut of kopstoot

Bij die borrels werd geen bittergarnituur geserveerd, maar vooral zoete hapjes. ‘Koekjes, cake of suikerwerk, zoals gesuikerde nootjes,’ vertelt Manon. Hartige hapjes waren niet gebruikelijk, die werden vooral in de kroeg gegeten, bij een glas bier. Andere sociale kring, andere gewoonte. Manon: ‘In de loop van de tijd werd de borrel buiten de deur naar huis verplaatst, zoals we nu doen als we voor bezoek een lekkere kaasplank neerzetten. ‘Het woord ‘borrel’ bestond in die tijd nog niet. Maar er was genoeg te drinken. Jenever, vooral, en brandewijn. Dat noemden ze een neut, een kopstoot of een druppel.’

Wil je meer weten over historisch borrelen? Lees het boek Borreltijd! van Manon Henzen en Mariëlla Beukers.

Lees ook:

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox