Recept voor de allerlekkerste Pecan-karameltaartjes
- Bereiding: 120 min
- Personen: 10
Oh, deze taartjes… We waarschuwen je vast: ze zijn verslavend lekker. Komt omdat ze ongeveer alles hebben waar een mens gelukkig van wordt. Ze zijn romig, zout, knapperig en rijk en warm van smaak. Bijnaam: de beste karameltaartjes van Amsterdam. Patissier Steven Burggraaf serveert ze in Restaurant Scheepskameel, en jij nu ook thuis. Maak ze als afsluiter van een diner voor bij je glaasje port, maar wees niet verbaasd als je ze de volgende dag wil eten als ontbijt, als tussendoortje en als lunch dessert.
Ingrediënten
Steven Burggraaf gebruikt altijd aluminium wegwerpbakjes (van 100 millimeter doorsnede en 17 millimeter hoog), maar je kunt ook prima andere bakvormpjes van ongeveer dezelfde grote gebruiken. Deze zijn perfect.
Zo maak je het
Verwarm de oven voor op 160 graden. Spreid de pecannoten uit over een bakplaat en bak ze ongeveer zeven minuten.
Deeg
Meng de boter, de poedersuiker en het ei met een deeghaak. Als je niet over zo’n haak beschikt, doe je het gewoon met je handen. Nadat deze ingrediënten goed gemengd zijn, doe je de bloem erbij. Doorkneden tot een egaal geheel. Laat het het deeg minimaal een half uur rusten in de koelkast. In deze tijd kun je de bakjes even licht invetten met een klontje boter.
Rol het deeg uit met een deegroller op een schoon, met bloem besprenkeld oppervlak tot ongeveer drie millimeter dikte. Steek rondjes uit van tien centimeter doorsnede en leg de rondjes in de bakjes. Bak het deeg nu vijftien minuten ‘blind’ op 160 graden. Dat doe je door over het deeg een bakpapiertje te leggen en daar bovenop erwten of rijst te strooien. Haal nu het bakpapier en de erwten of rijst van het deeg af, en bak nog ongeveer vijf minuten op dezelfde temperatuur tot het deeg mooi bruin is. Ziet het deeg nog een beetje bleek? Bak dan nog een paar minuten langer.
De koekbakjes zijn nu klaar. Doe in elk bakje ongeveer 30 gram pecannoten.
Karamel
Zorg dat je een pan gebruikt met een dikke bodem. Doe de suiker, het water en de glucose in de pan. Glucosestroop kun je kopen bij de toko. Je kunt in plaats van glucose ook honing gebruiken, maar de kans dat de karamel versuikerd en korrelig wordt, is in dat geval groter. Verwarm het geheel op hoog vuur tot een donkerbruine kleur. Zet het vuur laag en voeg voorzichtig de room toe. Al roerend aan de kook brengen. Dan de boter en het zout erbij en verder doorkoken. Goed blijven roeren.
Het is handig om een ‘test’ te doen om te kijken of je karamel de juiste dikte heeft. Je doet dit door een lepel karamel op een bord te doen, als de karamel niet meer uitloopt, is ‘ie goed. Loopt ‘ie nog uit? Dan moet je ‘m nog wat verder doorkoken.
Doe de karamel in een maatbeker en giet op alle pecantaartjes zoveel als nodig – tot de nootjes net onder staan.
Serveren
Zorg dat de taartjes goed zijn afgekoeld voor je ze serveert.
Bewaren
Taart overhouden is onwaarschijnlijk, want ze zijn verrukkelijk. Maar mocht het tóch het geval zijn, bewaar ze dan in een goed afgesloten doos buiten de koelkast.
Wijntip
Bij port denken veel mensen meteen aan kaas. Dat ís natuurlijk ook een hele fijne combinatie, maar port past bij zoveel meer! Graham’s Port The Tawny is al net zo verleidelijk als de taartjes uit dit recept. Dat komt door de combinatie van smaken (sinaasappelschil, vijgen, rozijnen) en het rijke en elegante mondgevoel. Een glaasje bij je diner dessert en de volgende dag bij je lunch dessert? Het zou zomaar kunnen!
Lees ook: