Corona-crisis: in België moeten ze twee keer per week frietekes eten
Niet alleen Nederland, ook België tobt met een groot overschot friet-aardappelen. Wat nu? De voorzitter van de vereniging voor aardappelkwekers weet het wel: ‘Verplicht twee keer per week friet op tafel, dan lossen we dit probleem samen op.’
In België ligt 750.000 ton aardappelen in koelcellen te wachten op betere tijden. Net als in Nederland zijn in België half maart alle restaurants op slot gegaan. Nu ook festivals in het voorjaar en de zomer zijn geannuleerd, zien Belgische aardappelboeren hun geest al dwalen. Ook de internationale markt ligt op z’n gat, dus de aardappelen kunnen niet worden geëxporteerd.
Twee keer per week of elke dag?
In Nederland ligt bijna een miljard kilo aardappelen te verpieteren. Per persoon moeten we zestig kilo friet eten om van die aardappelberg af te komen. Een kleine portie patat weegt 150 gram, wat betekent dat iedereen dagelijks minimaal één patatje moet eten om de boeren uit de ellende te helpen. Daar komen we lang niet aan: gemiddeld eten Nederlanders 18 kilo friet per jaar, heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2014 uitgerekend. Ze tellen aardappelschijfjes en rösti trouwens mee in die cijfers. Uit onderzoek in België blijkt dat onze buren meer patat lusten: die eten gemiddeld eens per week friet, meestal op zondag.
Naar de voedselbank
De Vlaamse minister van landbouw, Hilde Crevits, heeft geregeld dat een deel van het Belgische aardappeloverschot aan de voedselbanken wordt geschonken. ‘Dan wordt het tenminste opgegeten,’ zegt ze tegen een Brusselse krant. ‘Zonde om dit heerlijke eten waar de boeren zo hard voor hebben gewerkt, weg te moeten gooien.’ De Belgische aardappelboeren zijn wel een beetje jaloers op hun Nederlandse collega’s. Die krijgen volgens de boeren een subsidie om het verlies op te vangen, en zij zien vanuit de Vlaamse overheid geen eurootje hun kant op komen.