Food stories

Food-uitvindingen, part one

Dan sta je met iets in je hand en denk je: wie verzint dit? Hoe kom je op het idee om thee in een papieren zakje te stoppen? En wie heeft er bedacht om stinkende saus twee jaar in de kelder te bewaren en dan toch maar te verkopen?

Foto van culinair journalist Sabina Posthumus

Stinkende saus uit de kelder

De uitvinders van worcestershiresaus (spreek uit: woestersaus) staan op elk flesje: John Lea en William Perrins. In 1838 proberen de twee apothekers de lievelingssaus na te maken van lord Marcus Sandy. Na jaren in India mist hij thuis die lekkere saus die hij altijd op zijn eten deed. Een recept heeft hij niet, dus hij beschrijft de smaak en de geur zo goed mogelijk. John en William experimenteren erop los, maar het resultaat ruikt zo afschuwelijk dat ze saus echt niet in hun apotheek kunnen verkopen. Ze zetten het in de kelder, waar ze het na twee jaar weer vinden. Smaakt eigenlijk best lekker, is hun conclusie. Gelukkig is er in die tijd nog geen keuringsdienst van waren, want stinkende saus twee jaar na dato doodkalm verkopen… dat zou nu echt niet meer kunnen.

Met zakje en al

Je wilt grote blikken thee verkopen, maar klanten willen de thee eerst proeven. Hoe los je dat op? Thomas Sullivan maakt kleine zijden zakjes, doet daar een eetlepel losse thee in en stuurt het als proefverpakking op naar zijn klanten. Die hebben geen idee wat Sullivan hiermee bedoelt, ze gooien de thee met zakje en al in het kokendhete water. Voilà, het eerste theezakje is een feit. De Duitse Adolf Rambold ontwikkelt het theezakje verder: geen zijden zakje maar papier, met een nietje en een labeltje, en vraagt er in 1929 patent op aan.

Koffiefilterzakjesimperium (scrabble-woord)

Getver, koffieprut onder in je kopje. Dagelijkse ergernis van Melitta Bentz. Daarom doet ze de gemalen koffie in een dubbelgevouwen vloeipapiertje, gescheurd uit het schoolschrift van haar zoon, en giet daar heet water overheen. Ze laat haar uitvinding aan vriendinnen zien tijdens hun wekelijkse koffiekransje, en die zijn ook enthousiast. Melitta vraagt in 1908 patent aan, begint haar eigen koffiefilterbedrijf (met een startkapitaal van 73 pfennig, dat kan nooit erg veel zijn) en als ze met haar man koffiefilters demonstreert op een beurs, verkopen ze er meteen 1200. Zo, dat is een succes. Het bedrijf bestaat nog steeds, met nakomelingen van de oude mevrouw Melitta in de raad van bestuur.

Een luie tiener en zeven fruitsmaken

Van die snoezige Amerikaanse kinderen die zelf limonade maken van uitgeperste citroenen en suiker, en dat dan verkopen aan de kant van de weg, ken je die beelden? De elfjarige Frank Epperson doet dat ook, in 1905, maar aan het einde van de dag heeft hij geen zin om zijn troep op te ruimen. Hij laat alles maar buiten staan en ’s nachts vriest een roerstokje vast in een glas limonade. Dat is de eerste ijslolly, volgens Frankie. Hij noemt het een ‘Epsicle’, vraagt er patent op aan en verkoopt ze in zeven fruitsmaakjes op de kermis. Later wordt het patent overgenomen door een grote ijsfabriek, die de waterijsjes popsicles noemt, zoals ze in Amerika nog steeds heten.

Lees ook:

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox