Types in de supermarkt
De supermarkt haalt het slechtste in de mens naar boven. Of het beste. Hoe het ook zij: het type mens dat je tegenkomt, kun je eenvoudig categoriseren. En dat is precies wat we gaan doen. Wat voor boodschapper ben jij?
De etikettenlezer
Pakt een product, leest etiket en zet het hoofdschuddend weer terug. Op het gezicht een ernstige frons ‘wat een troep doen ze toch in ons eten’. Eigenlijk horen deze mensen niet in de grootgrutter, maar in de biologische winkel of ambachtelijke speciaalzaak.
De student
Op de meest random momenten dagen ze op. Soms zelfs meerdere malen per dag. Gekleed in een joggingbroek of een ander nonchalant huispak sloffen ze op hun dooie akkertje door de winkel. In het mandje liggen triviale producten, want de student koopt gewoon waar ‘ie op dat moment zin in heeft. Op zich heb je geen last van de student, tenzij ze met een groep zijn. Dan bespreken ze luidkeels hoeveel ze gaan zuipen en welke pastahap ze vanavond maken.
De harde werker
Buiten adem beent de harde werker de supermarkt in. De telefoon in de ene hand en het mandje in de andere. De harde werker neemt de bochten zo snel, dat het mandje uitzwenkt tegen de schenen van nietsvermoedende winkelaars. Maar daar heeft de harde werker geen boodschap aan. Het is laat, er moet gegeten worden, het is te druk en iedereen is te langzaam.
De bonuspakker
Gewapend met de weekfolder, bestormt de bonuspakker de supermarkt. Niet Kerst, maar de hamsterweken zijn de mooiste tijd van het jaar. De bonusshopper slaat groots in: je herkent hem aan grote hoeveelheden wc-papier, tandpasta en eten dat lang goed blijft. Hoewel het vlotte winkelaars zijn, kunnen ze nog wel eens voor vertraging zorgen bij de kassa. Want, o wee als er een product verkeerd wordt aangeslagen of een bonusartikel niet wordt verwerkt. Dan trekt ‘ie alles uit de kast, want de bonuspakker komt voor zichzelf op. Spot je er eentje in het wild? Sluit dan aan bij een andere rij om vertragingen en ergernissen te voorkomen.
Het blije ei
Neuriënd zweeft het blije ei door de winkel. Koeldeuren worden beleefd opengehouden en impulsaankopen verdwijnen in de mand. Het blije ei doet geen vlieg kwaad, maar kan de harde werker aardig irriteren door zijn lage winkeltempo.
Degene die is gestuurd
Met enigszins verwarde blik betreedt ‘degene die is gestuurd’ de supermarkt. Er wordt driftig gebeld en ge’appt met het thuisfront en hij/zij stelt veel vragen aan het winkelpersoneel. Degene die is gestuurd let niet zo op anderen, wat botsingen en opstoppingen kan veroorzaken.
De brakke shopper
Dit zijn niet alleen studenten, want op de zaterdagochtend hangt er een kegel in de supermarkt van alle harde werkers die vrijdag hebben doorgehaald. Wat er in het mandje zit, is totaal random. Een zak spekjes, cervelaat, diepvriespizza, een blikje cola en een kaasbroodje. Dat soort combinaties.
De single
Een fles wijn of speciaalbier, een zak chips of een reep chocola, en kleinverpakkingen. Dat vind je in het mandje van de single. Op de band kan iedereen precies zien wat deze persoon vanavond gaat eten. Heerlijk, toch?
De opwarmer
De opwarmer doet niet aan koken. Zijn beste vriend is de magnetron. Je vindt de opwarmer steevast bij de tweevaks-maaltijden (babi pangang of stamppot met worst). Ook is het vriesvak een goede plek om de opwarmer te spotten. Bevroren maaltijden gaan namelijk heel lang mee, daar heb je er dus nooit genoeg van in huis.
De huisouder
De voordeelverpakkingen zijn niet aan te slepen voor degene die een gezin moet voorzien van eten. Hij of zij koopt niet per se veel, maar wel altijd grootverpakkingen. Denk aan halve kilo’s gehakt en grote pakken melk. O, en in het weekend natuurlijk kleine flesjes fris (Sisi zonder koolzuur) en een partyzak chips.
De doe-het-zelf’er
In de mand liggen allemaal losse componenten van een maaltijd. Wat die maaltijd wordt, zul je niet weten. Een pak suiker, bliktomaten, patentbloem. Dat soort basics. Dit is een fervent koker die in de supermarkt alles bij elkaar zoekt om thuis achter de pannen te gaan staan. Ken je dit soort mensen? Houd ze te vriend, want je wil graag uitgenodigd worden om te komen eten.
De weekinkoper
De weekinkoper tref je in grote supermarkten, het liefst met een handscanner. Met een boodschappenlijst in de hand, duwen ze hun kar voort. Ingrediënten kopen ze voor zeker vier maaltijden. Ook gaan er rollen keukenpapier en flessen drinken in de kar. Het humeur begint puik, maar naarmate de kar zwaarder wordt en tijd verstrijkt, zie je ook het gezicht van de weekinkoper betrekken. Beter blijf je dan uit de buurt.
De bioshopper
Met een jute tas over de schouder speurt de bioshopper naar biologische producten. Hier en daar aangevuld met reguliere schoonmaakmiddelen, dranken en koekjes. De bio-shopper winkelt niet louter biologisch, maar wel altijd bewust. De échte die-hard vind je niet in de buurtsuper, want die gaan naar de Ekoplaza of andere reformzaken.
De boutique shopper
Deze rasfoodie ‘eet geen brood van de supermarkt’. De inkopen worden bij speciaalzaken gedaan. Alles is eigelijk al in huis en de restproducten kunnen bij de supermarkt gehaald worden. In het mandje van de boutiqueshopper vind je dus geen vlees, kaas of brood, maar wc-papier, chocolade, bloem en suiker.
Lees ook: