Food stories

‘Te veel vegan’ op Olympische Spelen in Parijs, atleten klagen

Het is momenteel nogal te doen over het eten op de Olympische Spelen. Veel sporters uiten hun ongenoegen over het aanbod. De opvallendste klacht? Atleten vinden het eten allemaal ‘te vegan’. Zij missen hun proteïnebommen, namelijk vlees en eieren. Waarom is voor zo’n groot sportevenement als de Olympische Spelen bedacht dat zeker 60% van het eten plantaardig moet zijn, terwijl de meeste sporters hun proteïne uit vlees, eieren en kwark halen?

Foto van culinair journalist Jeske van Steen

De belangrijkste reden om een groot deel veganistisch aan te bieden, heeft te maken met het milieu. ‘Meer plantaardig, meer lokaal, duurzamer en net zo lekker’, zo schrijft Tony Estanguet (president van de Olympische Spelen in Parijs 2024) in het rapport ‘Food Vision’ voor de Spelen. Er is een ambitieus doel: de C02-afdruk van het evenement halveren. Het aantal vegan maaltijden werd dus verhoogd met 60% op alle Olympische locaties en 30% in de cafetaria van de sporters. Dit tot ongenoegen van heel wat atleten en hun staf. Als reactie daarop werden 700 kilo eieren en een ton extra vlees ingebracht.

Dan doen we het zelf wel

De algemeen directeur van het Britse sportteam, Andy Anson, zei tegen The Telegraph dat veel cafetaria op de Spelen een ernstig tekort hadden aan eieren en kip. Het team liet daarom twee privékoks in vliegen. Zij bereiden nu maaltijden in Clichy, op een paar kilometer afstand van het Olympisch Dorp. Veel Britse sporters kiezen er liever voor om in Clichy te eten dan op de Spelen zelf.

Ook het sportteam van Korea koos ervoor om hun eigen chef-koks in te laten vliegen. Maar liefst vijftien chefs en voedingsdeskundigen zorgen ervoor dat de Koreaanse sporters goed worden gevoed. Ze lieten vlees, melk, groenten en fruit uit Frankrijk halen, maar ook 1,5 ton rijst en granen en een halve ton kimchi en kruiden per vliegtuig uit Korea. Vraag een Koreaan niet om zonder kimchi te leven; dan zorgen ze zelf wel dat ze eraan komen.

Vegan topsporters

De laatste jaren is een vegan dieet onder sporters steeds populairder geworden. De documentaire The Game Changers laat dat goed zien. Een bekende vegan sporter is Formule 1-coureur Lewis Hamilton, die al jaren zweert bij een volledig plantaardig dieet. Met hem zijn er nog velen. Denk aan tennissers Novak Djokovic en Serena en Venus Williams. Zij voelen zich er goed bij.

Een vegan topsportdieet is dus niet onmogelijk. Dat blijkt wel uit eerdergenoemde succesvolle sporters die zich er aan wagen. Maar de wetenschappelijke realiteit is dat eiwitten essentieel zijn voor het menselijk functioneren, en dat je volledige, hoogwaardige eiwitten bijna uitsluitend uit dierlijke voedingsmiddelen haalt. Ze zijn nodig voor voor de groei en het onderhoud van je spieren én voor het leveren van piekprestaties.

Plantaardige vs. dierlijke eiwitten

Plantaardige eiwitten zijn ook goed voor je, maar die zijn wel minder biologisch beschikbaar dan dierlijke eiwitten. Dat betekent dat je meer plantaardig moet eten om dezelfde hoeveelheid eiwitten binnen te krijgen als van dierlijke eiwitbronnen. Volgens sommige onderzoekers kan dat oplopen van 20 tot 50%. Pas dan krijg je dezelfde hoeveelheid essentiële aminozuren (vooral leucine) binnen als bij dierlijke eiwitten, die spierherstellende reacties opwekken.

Topprestaties leveren

Waarom werd hier bij de Olympische Spelen niet wat beter over nagedacht van tevoren? Dat er vegan opties zijn op zo’n groot sportevenement, is absoluut goed. Er lopen ongetwijfeld topsporters rond die zich wél aan een vegan dieet wagen. Wie weet wat de toekomst op dit gebied brengt ook: er blijven onderzoeken lopen. En inderdaad: een aanbod van 60% vegan is geen 100% vegan. Maar op zo’n mega-event als de Olympische Spelen… Er doen duizenden sporters mee, die jaren toewerken naar dit moment. Die topprestaties willen leveren, willen pieken, voor goud willen gaan. Dan moet je (bij aanvang al!) zorgen voor genoeg goede voeding die daaraan bijdraagt: eiwitrijke voeding dus. En die haal je nu eenmaal het beste en makkelijkste uit dierlijke eiwitbronnen. Punt.

Ik weet dat ik met dit artikel op de vegan brandstapel kan eindigen (net als mijn collega Wieke eens overkwam), maar dat neem ik voor lief.

Lees ook:

Bronnen: Unsettled Science, Salon

Geen foodnews Missen?