Eddie’s eetergernissen: kunnen we even kappen met eten delen?!
Adeline (roepnaam: Eddie) houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Eddie’s eetergernissen lees je dat laatste. Dit keer: waarom we moeten kappen met eten delen dat niet bedoeld is om te delen.
Daar komt de ober met een bult zoete aardappelfrietjes en een dubbele portie truffelmayonaise (irritant dat die verhouding altijd zoek is – maar dat is er eentje voor de volgende keer). Ik neem nog een lekkere slok wijn en ineens zie ik het gebeuren. Mijn tafelgenoot steekt een hand uit om snel een patatteke van mijn bord te jatten, nog voor hij/zij iets van het eigen bord eet of ik van mijn eigen bord gegeten heb.
Bestel gewoon lekker zelf je zoete aardappelfrieten met truffelmayo, joh. En blijf met je fikken van MIJN FRIETEN AF. Zeg ik natuurlijk nooit zo, dat begrijp je. Ik weet me te gedragen.
Pakken wat je pakken kan
In eten dat bedoeld is om te delen zie ik nooit een probleem. Ik ben, in tegenstelling tot sommige van mijn collega’s, zelfs groot fan van het concept shared dining. Zo zou ik elke dag een tafeltje bij NENI kunnen delen (god ik kan niet wachten), al zou ik het tafeltje ook prima in mijn eentje op krijgen. Dat dan weer wel. Thuis knikker ik het liefst ook altijd alles op één grote plank onder het mom: je kijkt maar wat je te pakken krijgt. Een beetje die houding.
Maar eten dat ik voor mezelf en voor mezelf alleen had bedacht hou ik gewoon heel graag voor mezelf. Maar dat zeggen tegen mijn mede-eters (wat lijkt op mee-eters) doe ik dan weer niet, want dan ben je een gier. Ik weet trouwens waar het vandaan komt.
Trappenhuis met curry
Vroeger, toen ik als student in het zeldzame bezit van een eigen keukenblok, fornuis en wat kook-skills was, kwam mijn huisgenoot altijd mijn kamer in rennen onder het koken. Het was makkelijk te achterhalen wanneer ik dat deed, want dan rook het buiten, in het trapgat, op de gang en in haar kamer naar wat ik maakte.
Zo had je de ene dag trappenhuis met curry en de volgende dag een badkamer met pasta pesto. Als een ware foodie (ze schrijft inmiddels zelfs kookboeken) stortte ze zich dan op mijn pan, terwijl ik een soort schreeuw hoorde waaruit ik opmaakte dat ze wilde proeven en ook tot die daad overging. Terwijl ík, de bloedeigen moeder van dit gerecht, nog geen hap genomen had.
Beteuterd stond ik dan naar mijn betaste gerecht te kijken, want als jij de bereider bent dan hoor je dit alleenrecht te hebben. Jij zou als allereerste dat maagdelijke gerecht moeten kunnen proeven. Vind ik. Al is het alleen al om eventuele fuck-ups te verbloemen of verbeteren. Het smaakt tussen mijn oren ook net wat minder lekker als iemand me voor was.
Achterbaks stuk vreten
Ik zeg nu wel dat het hier begon, maar misschien vond ik mijn broer ver daarvoor al wel een enorme hufter, omdat hij ook altijd als eerste al het lekkers van tafel roofde. Ja, je merkt het. Dit gaat inderdaad veel dieper dan dat ene zoete aardappelfrietje. En daarnaast wil ik ook gewoon elk stukje verorberen van wat ik bedacht had en me dus toekomt, dat ook.
Ik zou echt nooit met mezelf uit eten gaan, want ik jat namelijk wel graag frieten bij anderen van het bord als ik ze zelf niet besteld heb. Achterbaks stuk vreten dat ik er ben.
Lees ook:
- Eddie’s eetergernissen: een gekookt ei eten in het openbaar
- Eddie’s eetergernissen: dat laagje water onderin de koelkast
- Eddie’s eetergernissen: afknappers in de horeca (waar ik nu bijna zin in krijg)
- Eddie’s eetergernissen: de steekproef in de supermarkt
- Eddie’s eetergernissen verdwijnen als sneeuw voor de zon met deze gouden eettip