Opinionated

Onze man in de provincie ziet rokers

Hij at meerdere malen per week buiten de deur, was altijd op zoek naar de lekkerste haring, leukste wijn, sappigste hamburger of beste vleesthermometer. Maar een half jaar geleden verruilde journalist Marcel Langedijk Amsterdam voor De Provincie. Is het daar een beetje vol te houden voor een liefhebber van het betere eten en drinken? Dit keer: de provincie rookt stug door.

Foto van culinair journalist Marcel Langedijk

Ik ben opgegroeid in de tijd dat roken nog gezond was. De tijd dat er op feestjes glazen met sigaren en sigaretten op tafel stonden. De tijd dat ik zonder schuldgevoel op schoot werd gezet bij shagrokende ooms en tantes. De tijd dat je ze overal mocht opsteken, van ziekenhuis tot kantoor en van trein en auto tot restaurant. De tijd dat we en masse voor, na en – ach, we zijn nou toch bezig – tijdens het eten rookten.

Verbazingwekkend hoe snel dat is gegaan, die verbanning van de sigaret. En terecht, want je krijgt er nu eenmaal roggeldood van, de verhalen ten spijt over die ene oma van negentig die elke dag zes pakjes rookt, nog steeds leeft en elke dag een flikflak doet. Ze zijn er natuurlijk wel, die oma’s, maar ze zijn een uitzondering op een miljoen kilometer lange regel vol long- en kankerpatiënten. 

Yogasnuivers

Om het vrolijk te houden: we zijn op de goede weg. Althans, dat gevoel had ik toen ik nog in Amsterdam woonde. Daar wordt de gemiddelde roker inmiddels immers van bijna elk terras afgekeken. Daar zijn jongeren en oudere jongeren vooral bezig met het boetseren van hun sportschoollichamen, het drinken van gezonde sapjes en het niet eten van vlees. Daar is roken iets van vroeger. Het wemelt er intussen van de yogasnuivers, I know, maar laten we één verslaving per keer proberen te tackelen.

Ik weet ook wel dat er nog steeds zat mensen roken, daar in de stad, maar het is veel minder zichtbaar dan, zeg, tien jaar geleden. Roken zit in de verdomhoek. Roken is voor losers. Dat idee kreeg ik in ieder geval. 

Toen verhuisde ik naar de provincie.

In de eerste week dat we daar woonden, streken mijn driejarige dochter en ik neer op een vrijwel leeg terras. Lege terrassen, dat kenden we niet in de grote stad, dus we grepen onze kans en bestelden een uitsmijter (ik) en een broodje pindakaas (dochter). In de tien minuten dat we wachtten op onze bestelling en ons verwonderden over het mooie kerkplein en de mevrouw in Staphorster klederdracht die wat nors voorbij liep (“Papa, carnaval!”) streken er evenzoveel andere gasten neer op ons terras. 

Mad men

Ik vermoedde eerst nog een grap, een Banana Split-achtig programma dat ons te grazen nam, maar de camera’s en Frans Bauer bleven achterwege. Het gebeurde echt: alle tien mensen die op het terras waren komen zitten staken een sigaret op. Onafhankelijk van elkaar. Zelfs de twee stellen van middelbare leeftijd die aan weerszijden van ons waren komen zitten en er blijkbaar geen enkele moeite mee hadden dat er een kind van drie in hun dampen zat.

Ik weet wel dat het een vrije wereld is, ik heb zelf ooit ook weleens gerookt, ik weet hoezeer ik genoot van een peuk après le dîner en ik gun iedereen zijn sigaret, zelfs als je op een terras zit en het nog niet verboden is door de regering. Maar heregod op een hobbelpaard; roken naast een kind? Zonder enige vorm van schaamte? Zitten we in een aflevering van Mad Men?

Nostalgie, nee bedankt

Het bleek geen toeval. Er wordt veel gerookt in de provincie. Ook door jonge mensen. Juist door jonge mensen. Zittend op hun elektrische fietsen, hangend in de winkelstraat, in speeltuintjes en op terrassen. Ik overdrijf niet als ik zeg dat we deze zomer amper buiten hebben gezeten bij onze lokale horeca vanwege die reden. De glazen met sigaretten die ik van vroeger kende stonden niet op tafel, maar het voelde wel zo. En ik ben dol op nostalgie, maar dan wel de gezonde variant. Helemaal als ik zit te eten.

Lees ook:

Geen foodnews Missen?