Dit is waarom we altijd plek over hebben voor een toetje
Hoe lekker je hoofdgerecht of maaltijd ook is, soms krijg je de laatste hap gewoon echt niet meer binnen. Maar hoe vol je ook zit, als het toetje langskomt is er opeens weer ruimte over. Hoe kan dit?
Dat er altijd plek is voor een toetje zit gelukkig niet helemaal tussen onze oren. Sterker nog, er zijn drie heel goede redenen voor.
Toetjesmaag
Je maag is net als je vriend(in) die het nooit erg vindt als je afzegt: lekker flexibel. Eet je (veel) lekkers dan rekt je maag gehoorzaam mee. De maag ontspant zich en creëert nieuwe ruimte. Het ideale teamwork: jij eet en je maag doet de rest van het werk.
Sugarrush
Je toetjesmaag verklaart nog niet helemaal waarom we juist wel plek over hebben voor toetjes, terwijl die risotto er echt niet meer in gaat. Dat heeft te maken met suiker. En laten toetjes nou net (bijna) altijd met veel suiker gemaakt worden. Suiker stimuleert de ontspanning van de maagwand. Je chocoladebavarois maakt dus als het ware heel braaf plaats voor zichzelf.
Dit kan ook gelijk de reden zijn dat sommige mensen (hey!) nooit kunnen stoppen als ze eenmaal aan een toetje beginnen. Met elke hap suiker komt er wat extra ruimte (en kilo’s) bij.
Altijd die hormonen
En omdat we onze hormonen van bijna alles de schuld geven, kan dit er ook nog wel bij. Is je hormoonspiegel in de war, bijvoorbeeld omdat je te weinig slaapt? Dan kunnen de hormonen die je eetlust beïnvloeden in de war raken. Je kan eten, eten en nog meer eten, maar hebt dan minder snel het gevoel dat je vol zit.
Lees ook: