Tips & tricks

Veelgemaakte frituurfouten

Een vette hap met een perfect knapperig randje. We zijn allemaal dol op frituren en het lijkt simpel, maar toch kan er een hoop misgaan. Met deze tips ben jij binnen no time een echte frituurmaster.

Foto van culinair journalist Lisa van Dijk

Oud frituurvet gebruiken

Frituurregel nummer één: doe dit nooit! Oude olie reageert met zuurstof wordt snel ranzig. Door olie te lang te gebruiken ontstaan er schadelijke stoffen. Vervang je olie na drie tot vijf keer frituren. Doe het ook als je vet sterk ruikt of smaakt, het donker of stroperig oogt en als het walmt of schuimt. Is je olie aan vervanging toe? Giet het dan terug in de fles en lever het in bij een speciaal inleverpunt.

Ook belangrijk: filter na elke frituurbeurt de olie of het vloeibare vet met een fijne zeef. Zo haal je alle water en verbrande restjes eruit. Zorg ook dat je de juiste olie gebruikt. Veel chefs zweren bij geraffineerde arachideolie, vanwege het hoge kookpunt en de lange gebruiksduur.

Je pan té vol gieten met olie

Als je dit doet, overstroomt je frituurpan door de bubbels die ontstaan in de olie. Past het niet in één keer? Frituur het dan in twee keer, je pan te vol doen is nooit een goed plan.

De temperatuur te laag of juist te hoog instellen

De perfecte frituurtemperatuur ligt tussen de 150 en 175 °C. Denk je sneller te frituren door de temperatuur een tikje hoger te zetten? Geen goed plan. De buitenkant van je eten verbrandt, terwijl de binnenkant nog niet gaar is.

Diepvriesproducten vooraf ontdooien

Doe dit niet, je hapjes zijn het lekkerst als ze direct uit de vriezer komen. Hier zijn ze namelijk voor gemaakt. Staat het anders aangegeven op de verpakking? Dan is het natuurlijk een ander verhaal. Verwijder wel de ijslaag van je bevroren hapjes. Dep natte producten droog met een stuk keukenpapier. Wist je trouwens dat diepvriesproducten ook over datum kunnen raken? Check dus altijd de houdbaarheidsdatum.

Lees ook:

 

Geen foodnews Missen?