Mais non! Franse frietjes verboden tijdens Olympische Spelen in Parijs
Tijdens de Olympische Spelen in Parijs opent het grootste restaurant ter wereld haar deuren in het Olympisch Dorp. Er worden volop lekkernijen geserveerd. Echte Franse klassiekers, of niet-Franse klassiekers die toch nog een Frans tintje krijgen. Wat de sporters in ieder geval niet kunnen bestellen daar? Franse frietjes.
Brandgevaar
De organisatoren hebben een duidelijke reden om in het enorme restaurant geen frietjes te serveren: brandgevaar. Ze zien het niet zitten om ontelbaar veel frituurpannen aan te zetten in een ruimte waar 3500 mensen kunnen aanschuiven. En nog een side note over deze side dish: het verbod geldt dus alleen in dit enorme restaurant. Sporters die snakken naar friet kunnen dus ook het restaurant uit sneaken, op zoek naar een frietkraam. Of een McDonald’s.
Milieuvriendelijk
Er zijn nog een paar opvallende dingen die niet te proeven zullen zijn. De Franse klassieker Boeuf Bourguignon bijvoorbeeld, die zal zonder rundvlees worden geserveerd. In plaats daarvan wordt een vegetarische versie van het gerecht gemaakt. Foie gras ook niet, om ethische redenen. En er zijn geen avocado’s. Ehm, zijn die niet juist gezond en goed voor sporters?
Klopt, maar de organisatie van de Spelen probeert het evenement zo duurzaam mogelijk op te zetten. Daar horen avocado’s niet bij, vanwege hun impact op het klimaat. Het streven is om niets in te laten vliegen. Maar, zo schrijft The Guardian, er zullen wel een half miljoen bananen per boot naar Parijs worden gebracht.
Geen wijn?!
De sporter die in het restaurant wil proosten op z’n prestatie, zal dat in ieder geval niet met wijn kunnen doen. In het restaurant wordt geen wijn geserveerd. Dat is niet passend, ”want het is een restaurant voor de beste atleten ter wereld”. Kom je dus helemaal vanuit Japan, Brazilië of Australië naar Parijs toe om de Franse keuken te proeven – eh, sportprestaties te leveren, kun je er geen wijn krijgen. Ik zou er een vakantie in Frankrijk achteraan plakken.
Lees ook:
Bron: The Guardian
