Hier komt dus de kaas in pindakaas vandaan
Het is vandaag in Nationale Pindakaasdag. Althans, in Amerika. We vieren deze smeuïge dag gewoon vrolijk mee. Toch vroegen we ons iets af. Iedereen weet: in pindakaas zit geen kaas. Maar waarom heet het dan wel zo? Dat heeft alles te maken met Suriname en roomboter.
Even een lesje pindakaasgeschiedenis: het woord pindakaas is ruim 100 jaar ouder dan de smeerbare lekkernij.
Pienda-dokoen
In Suriname werd in de achttiende eeuw het woord pienda-dokoen namelijk gebruikt voor een blokvormige massa gestampte pinda’s. Van dat blok werden plakjes afgesneden voor op brood, net als bij kaas. Een Duitse zendeling vertaalde het woord in 1783 daarom als pinda-käse, wat in het Nederlands werd vertaald als pindakaas.
Mr. Cornflakes
Pas 110 jaar later, in 1893, werd pindakaas zoals wij het kennen uitgevonden door niemand minder dan John Harvey Kellogg – ja die van de cornflakes!
Calvé
Na de Tweede Wereldoorlog, in 1948, werd het pas in Nederland geïntroduceerd. Door de Franse (!) broers Calvé. Zij hadden een oliën- en sauzenfabriek in Delft. En met de pinda’s die ze toch al veel gebruikten, besloten ze het Amerikaanse product in de markt te zetten.
Boterwet
Waarom het niet gewoon pindaboter werd genoemd zoals het Engelse peanutbutter of Franse buerre de cacahuètes? Boter was destijds een beschermde term; volgens de Nederlandse Boterwet uit 1889 (ja die bestond echt) mocht alleen echte roomboter boter heten. Prima regel trouwens. Daarom werd teruggegrepen naar de Nederlandse verbastering van het Surinaamse pienda-dokoen, oftewel: pindakaas.
Oer-Hollands
Zo ‘oer-Hollands’ als je misschien dacht dat pindakaas was, is het dus zeker niet. Maar wat maakt het ook uit, het is gewoon lekker!
Lees ook: