Alles wat je wilt weten over spek
Perfect uitgebakken, crunchy, sappig en zout: spek geeft veel recepten zoals deze wentelteefjes van suikerbrood of baconjam de ultieme bite én smaak. Maar wanneer gebruik je welk soort spek? Dit zijn de verschillen tussen de acht speksoorten die je het vaakst tegenkomt:
Vetspek
Vetspek is spek van de rug van het varken met heel weinig vlees en vooral heel veel spek, oftewel: vet. Vetspek is daarom bijna helemaal wit. Je koopt vetspek meestal in een groot stuk, vers en gezouten. De Italiaanse variant van vetspek, die je misschien wel bekend voorkomt, is lardo. Lardo of vetspek kun je laten smelten in de pan en er bijvoorbeeld aardappeltjes of groente in bakken. Italianen eten lardo ook in flinterdunne plakjes op warme toast zodat het vet een beetje smelt, verrukkelijk!
Kinnebakspek
Kinnebakspek is spek dat hangt onder de kin van een varken. Het bevat vrij veel vet, maar bestaat voor 1/3 deel ook uit vlees. Hierdoor is deze speksoort ook meteen magerder dan vetspek of lardo. Kinnebakspek vind je niet snel in de supermarkt, maar wel soms bij de slager. Dan is het meestal gepekeld en gerookt. Vroeger werd kinnebakspek gebruikt als alternatief voor spekblokjes. Tegenwoordig zit het vooral in worst omdat het sap niet uit het spek loopt en het daarom een fijne structuur aan de worst geeft.
Bacon
Bacon wordt gemaakt van rugspek, van de ribkarbonade. Die wordt ingezouten en blijft dan nog even ondergedompeld in dat zoutbad liggen. Daarna wordt de bacon een paar dagen gedroogd, en soms ook gerookt en kort voorgekookt. Doordat bacon van de rug van het varken komt is het grootste verschil met ontbijtspek dat het minder vet is. Hoe bacon smaakt hangt vooral af van boven welk hout het is gerookt.
Pancetta
Pancetta is Italiaans gezouten en gedroogd buikspek, dat voor het roken op smaak wordt gebracht met onder andere peper, zout, kruidnagel en nootmuskaat. Het spek is behoorlijk vet, en met maar een klein beetje geef je je gerecht meer diepte. Perfect om die killer tomatensaus nóg lekkerder te maken. Je koopt het Italiaanse spek in plakken, maar je kunt vaak ook kiezen voor een stuk, zowel in opgerolde (pancetta arrotolata) als in een rechte vorm (pancetta stesa).
Guanciale
Guanciale is Italiaans wangspek van de kinnebak van het varken. Het spek wordt niet gerookt, en is daarom wat minder sterk van smaak dan pancetta. Wel wordt het ingewreven met zout en zwarte peper en dan ongeveer drie weken gedroogd. Guanciale eet je niet op zichzelf maar gebruik je voor een échte spaghetti carbonara á la de Italianen.
Ontbijtspek
Zoals eerder gezegd komt bacon van de rug van een varken en ontbijtspek van de buik en daarom zijn deze twee speksoorten, wat wel eens wordt gedacht, zeker niet hetzelfde. Ontbijtspek komt van de buik en daardoor is het vlees doorregen met vet. Ontbijtspek vind je in de supermarkt meestal in dunne, langwerpige of ronde plakken liggen. Ontbijtspek kun je uitbakken met een perfect gebakken ei of natuurlijk op een classic pannenkoek met kaas en spek!
Katenspek
Katenspek is typisch Duits. Het is gekookt en daarna heel heet gerookt buikspek, dat lekker veel smaak heeft omdat er mosterd, peper, kaneel en knoflook overheen gaan en het voor het roken wordt ingesmeerd met karamel en suiker. Katenspek gebruik je vooral voor gerechten als erwtensoep en zuurkool, maar je kunt het ook in plakjes eten op bijvoorbeeld roggebrood.
Zeeuws spek
Zeeuws spek is ook buikspek, dat na het pekelen vaak flink wordt gekruid met peper, ketjap, kerrie en paprika. Zeeuws spek kun je in een groot stuk kopen bij de slager en leent zich perfect voor deze ultieme, superkrokante buikspek uit de oven.
Lees ook: