Waarom Duits eten hübsch en gemütlich is
Bijzonder dat je in elk dorp een pizzeria hebt en overal een Chin. Ind. Rest. te vinden is (voor hoelang nog?), maar dat de traditionele keuken van onze oosterburen zo slecht is vertegenwoordigd in Nederland. Onterecht, want Duits eten is hartstikke knus en lekker – comfortfood op z’n best. Dus ik zeg: open subiet een Duits restaurant, dan zit ik er elke avond met een servet om mijn nek.
Duitsland is zo groot, dat je misschien niet eens kunt spreken van een typisch Duitse keuken. Je hebt de Oost-Duitse tradities, die vooral rond augurken en worst draait, de Beierse keuken (ik denk: Oktoberfest!) en het hippe Berlijn, waar waarschijnlijk per hoofd van de bevolking meer liters boerenkool-chiazaad-havermelk-smoothies worden geserveerd dan waar ook ter wereld. Het is jammer dat traditionele Duitse gerechten in Nederland nog niet zo bekannt zijn. Hier zijn vijf redenen om daar verandering in te brengen.
Königsberger Klopse
Dat klinkt gezellig: Klopse eten. Het zijn gehaktballetjes in een roomsaus, met kappertjes. Verrukkelijk! Die koninklijke naam dankt het gerecht aan Koningsberg, de voormalige hoofdstad van Oost-Pruisen. Dat is waarschijnlijk de reden dat deze fijne gehaktballen – ze krijgen hun smaak door ansjovis, ui, ei, citroen en peper – in Oost-Duitsland ‘kochklopse’ genoemd werden. Zie je het ergens op de menukaart, dan kun je geen verkeerde keuze maken. Zelf Klopse maken is ook niet moeilijk, met Google Translate of je middelbareschool-Duits is zo’n recept prima te ontcijferen.
Maultaschen
Kleine zakjes gevuld deeg die je in je mond stopt, sounds familiar? Ja natuurlijk, dat is ravioli. Maar Maultaschen zijn ravioli op z’n Duits, gevuld met gehakt, paneermeel, ui en spinazie. En dan koken in bouillon.
Zwiebelkuchen
Zo’n lekker fris, warmpittig uientaartje, dat is nou typisch iets voor de wijngebieden. Waar ze er trouwens een glas Federweisse bij schenken, als je in de juiste tijd van het jaar daar bent. Federweisse is jonge wijn, die nog lekker bubbelt en prikt want hij is aan het fermenteren. Perfecte combinatie.
Pinkel met Grünkohl
Zeg je Duitsland, dan zeg je worst. Iedereen kent die Bratwursten en natuurlijk de Currywurst, zo beroemd is dat hij z’n eigen museum heeft. Maar heb je wel eens Pinkel gegeten? Het zijn kleine worstjes (zo groot als je pink, ja), lekker hartig, die horen bij Grünkohl, dat is geen groene kool, zoals wij vermoedde, maar boerenkool. Stamppotje van maken, met spek en mosterd, en dan een paar van die gezellige worstjes erbij, en alles is goed in de wereld.
Quarkbällchen
Zoetekauwen komen Duitsland bijna niet meer uit, want het is overal taart, taart en taart. Goed om te weten: het is onbeleefd om maar één puntje taart te nemen als je op visite bent, dan vragen gastheer en gastvrouw zich af of je een ziekte onder de leden hebt, of een hekel aan ze hebt. Geheimtip: Quarkbällchen, kwarkballetjes. Dat zijn kleine oliebolletjes, gemaakt van een beslag met kwark en bakpoeder. Ze zijn fris en luchtig, met poedersuiker, en je eet je er, inderdaad, helemaal ziek aan.